De huwelijksakte van Jan Bierma (1869). Hieronder enkele van de bijkomende stukken wegens de benodigde toestemming uit Amerika:
24 donderdag feb 2011
Posted Uitzending gemist
inDe huwelijksakte van Jan Bierma (1869). Hieronder enkele van de bijkomende stukken wegens de benodigde toestemming uit Amerika:
21 maandag feb 2011
Posted Huwelijk
inAflevering 8 van het Loket voor Lief en Leed, morgen (dinsdag 22 februari) op TV Noord, laat zien wat er anno 1867 gebeurt als een minderjarige wil trouwen en de ouderlijke toestemming uit Amerika moet komen, omdat zijn moeder daarheen geëmigreerd is…
De rubriek Loket voor Lief en Leed is onderdeel van het raamprogramma 'Noord Vandaag Het Vervolg’ en zal omstreeks 18.30 uur beginnen. Elk uur wordt de uitzending herhaald.
21 maandag feb 2011
Posted Bijzonder
in“Börgemester”, zo begint een verhaal uit 1925 van de Westerwoldse auteur J.H. Neuteboom,
“zat op ’t gameintehoes, dat dou destieds bie vrau Boomekamp was.”
Het is voor de hedendaagse lezer in eerste instantie een wat verwarrend zinnetje. Niet zozeer doordat de burgemeester op het gemeentehuis zat, waar Neuteboom in het gemeentehuis bedoelt. Nee, door de lokalisering van dat gemeentehuis bij mevrouw Boomekamp. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Was haar pand bekender dan het gemeentehuis, zodat er bij de lokalisering van het laatste verwezen moest worden naar het eerste? Of zat de burgemeester misschien in de kost bij deze mevrouw?
Nee, zoals uit het vervolg bij Neuteboom blijkt, was er iets heel anders aan de hand. Veldwachter Boulm maakt zijn opwachting bij de burgemeester, die nog wat aan het schrijven is. Neuteboom geeft dan een nieuwe aanwijzing over de lokatie en de hoofdfunctie van het pand, waarin de burgemeester zetelt:
“Achter ’t beschot in de jachtweide zat vrau Boomekamp te prooten mit Harm Eilerts van de Wieke, dij ’n kind angeven kwamp.”
Oftewel: de burgemeester – die in zijn eentje nog vrijwel het gehele ambtelijke apparaat vormde – had in een herberg of café een werkruimte, die slechts door een schotje afgezonderd was van de gelagkamer. En deze jachtweide diende weer als wachtruimte voor mensen die bijvoorbeeld een geboorte, huwelijk of sterfgeval kwamen aangeven.
Een dergelijke toestand, dat het gemeentehuis gevestigd was in een horeca-gelegenheid, bestond in heel veel gemeenten nog ver in de hele negentiende eeuw, of zelfs tot in de twintigste. Veel herbergen die gemeenten onderdak boden heetten toen ook Het Gemeentehuis, ten teken dat de plaatselijke overheid zoveel vertrouwen in de uitbaters had, dat ze er ruimte van huurde. Hier en daar, zoals in Eenrum, is die naam overgeleverd tot op de dag van vandaag.
Dat er een einde aan dergelijke toestanden gemaakt werd kwam niet alleen door drankbestrijders, die zich wild ergerden aan de consumptieplicht voor burgers welke gewoon aan hun wettelijke plichten kwamen voldoen. Vaak hing de komst van een nieuw, maar dan echt gemeentehuis samen met het feit, dat het ambtelijke apparaat eenvoudigweg uit het horeca-jasje groeide.
Harry Perton
Bron:
J.H. Neuteboom, ‘Boulm en de börgemester’, in: Goud Volk, deel VI (ed. Siemon Reker) (Assen 2010)
17 donderdag feb 2011
Posted Uitzending gemist, Vergissingen
inPoppe > Poppen, de akten:
1 – Nieuwe Pekela, huwelijk Koert Frideriks en Grietje Hindriks, d.d. 14-9-1811:
1a – De Akte van Bekendheid voor Koert Frideriks (uit de huwelijkse bijlagen) 1811:
2 – Nieuwe Pekela, huwelijksakte Harm Koerts Poppe en Lammechien Alberts Schrik, d.d. 25-1-1851.
3 – Nieuwe Pekela, geboorte zoon Koert, d.d. 7-3-1860.
4 – Nieuwe Pekela, geboorte dochter Wija, d.d. 15-7-1868.
14 maandag feb 2011
Posted Uncategorized
inIn aflevering 7 van het Loket voor Lief en Leed, morgenavond, dinsdag 15 februari te zien op TV Noord, zal het gaan over een Poppe, wiens nazaten door een ambtelijke fout Poppen gingen heten. Het verhaal gaat uit van de zogenaamde Akte van Bekendheid, die in 1811 opgemaakt is voor Kurt Frideriks Poppe. Hij was afkomstig uit Lipsland, oftewel het graafschap Lippe in Duitsland, en kwam naar Nederland als hannekemaaier. Over zulke seizoensarbeiders, waar zeer veel Nederlanders van afstammen, gaat het in de rest van de uitzending.
De rubriek Loket voor Lief en Leed is onderdeel van het raamprogramma ‘Noord Vandaag Het Vervolg’ en zal omstreeks 18.30 uur beginnen. Elk uur wordt de uitzending herhaald.
14 maandag feb 2011
Posted Uitzending gemist
in14 maandag feb 2011
Posted Dood
inIn de vroege ochtend van 1 april 1836 vaart schipper Willem Derks Ronda vanaf zijn thuishaven Schouwerzijl, langs het Reitdiep naar de stad Groningen. Tussen Garnwerd en Wierumerschouw ziet hij een lijk drijven. Hij haalt het op en brengt het aan boord. Het blijkt het stoffelijk overschot van een vrouw te zijn. Eigenlijk zou Ronda ter plaatse moeten aanmeren om in Ezinge of Adorp aangifte te doen, maar door de sterke wind en stroming, zegt hij, was dat niet goed mogelijk. Daarom voert hij het lijk achter zijn schip mee naar de stad. Waar hij hoort dat het gaat om een vrouw uit de Vishoek, die enige dagen tevoren in het water was gevallen.
Dat er een sterke stroming stond, zoog Ronda dus niet uit zijn duim, want het lijk was in die paar dagen al minstens 7,5 kilometer richting zee afgedreven. Als Ronda een dag later aangifte doet in het Groninger stadhuis, en er een overlijdensacte wordt opgesteld, bevestigen twee buurmannen uit de Vishoek, onder wie een leedaanzegger, dat het gaat om Jetske Berends, weduwe van Jan Berends de Jong. Naar schatting van deze buren was zij ongeveer 75 jaar oud. Daarmee beoordeelden ze haar jonger dan ze was, want aanvullend onderzoek door de redactie van het Loket van Lief en Leed levert op dat ze gedoopt was te Buitenpost op 3 december 1755. In werkelijkheid was ze dus 80.
Het blijkt dat ze de dochter was van Binne (Benne ) Pieters en Trijntje Johannes te Buitenpost, die eind 1791 in de Groninger Martinikerk trouwde met Jan Berends de Jong uit Groningen. Het paar kreeg in ieder geval één dochter, Trijntje, die gedoopt werd in 1793. Het adres van ouders en kind was toen buiten de A-Poort. De dochter overleed in het jaar van de Groninger Ziekte, 1826, en was toen ongehuwd. Van de man en vader, Jan Berends de Jong, of andere kinderen, is tot nu toe niets teruggevonden. Maar aanvullingen zijn altijd welkom!
Tobias Wagenaar
Met dank aan Harry Timmer, die de acte bij het invoeren voor Alle Groningers aantrof.
De overlijdensacte:
08 dinsdag feb 2011
Posted Grappig
inSjlomoh Pinchas werd omstreeks 1750 geboren in Berlijn. Via Maroldsweisach in Beieren, waar hij bij een rijkere jood knecht was geweest, en Amsterdam, waar hij zijn vrouw ontmoette, kwam hij naar Groningen, waar in 1789 zijn oudste zoon werd besneden. In 1811, toen iedereen een familienaam moest aannemen, ging Sjlomoh Pinchas zich De Zwaan noemen, een naam die ook wel als De Swaan in de boeken terechtkwam.
Op Sjlomohs naamsaanneming werden we geattendeerd door R.S. de Vries, via zijn grootmoeder van moederskant een nazaat van Sjlomoh. Volgens De Vries, die er in het laatste nummer van JaGDaF een verhaal over schreef, hing die naam samen met de woonplaats Sjlomoh en zijn gezin. Deze woonden namelijk achter de oude synagoge in de Zwaantjesgang. Dat was een steegje dat van het Zuiderdiep naar de Nieuwstad (no. 28) liep, en dat nu allang is afgesloten, hoewel er achter de huidige synagoge nog een restant van te vinden is.
De Vries gaat in het artikel over zijn voorouders ook nog in op de wijze waarop de Zwaantjesgang aan zijn naam kwam. Hoe hij erbij komt meldt hij niet, misschien gaat het om een familieverhaal. Hij schrijft:
“Ook de paar zwanen die in het Zuiderdiep zwommen vonden hier hun weg naar de walkant, waggelden door de gang naar de Nieuwstad en werden daar regelmatig onthaald op oud brood en voedselresten die bewoners hen toe wierpen. Ze liepen dan terug naar het Zuiderdiep en gingen dan weer in het Zuiderdiep te water. Vandaar de Zwaantjesgang. “
Eerst lijkt De Vries zelfs te twijfelen of de familie De Zwaan/De Swaan naar de Zwaantjesgang heet. Bij zijn aanvankelijke verklaring waarom Sjlomoh zich De Zwaan ging noemen, verwijst hij nog naar de zwanen: “Ze liepen immers dagelijks aan hem voorbij”.
Het is op zich een mooi verhaal, over deze naamsaanneming, maar berust het ook op waarheid? Hoogstwaarschijnlijk niet als het om de zwanen, maar wèl als het om de gang gaat.
Ten eerste was het houden van zwanen een heerlijk recht, in de stad voor 1800 voorbehouden aan Burgemeesteren en Raad. In de resolutieboeken die dit stadsbestuur liet bijhouden, staan verschillende besluiten over zwanen in de Herepoortengracht (het stuk water bij de huidige Herebrug). De poortier van de Herepoort moest goed op deze zwanen passen en ze ook voeren. Van zwanen in het Zuiderdiep is geen sprake. Dat ze er rondzwommen ligt ook minder in de rede omdat het eertijds, anders dan de Herepoortengracht, een vrij druk vaarwater was.
Hoe dan ook was de Zwaantjesgang niet naar passerende zwanen genoemd. In de toegang op stad-Groninger huisnamen van voor 1850 vinden we namelijk enkele meldingen uit de oude rechterlijke archieven van de stad, die aantonen dat er in de zeventiende eeuw in de Nieuwstad een huis stond, dat een uithangbord had, waarop een witte zwaan stond. En naar dit uithangbord heette dit huis Het Zwaantje.
De eerste van die meldingen komt uit 1651, toen Geert Jansen en zijn vrouw Trijntje, “woonachtigh op de nije Stadt daar de witte Swane uijthanght” honderd daalder leenden met als onderpand hun behuizing. De tweede dateert uit 1660, toen Trijntien, de weduwe Geert Jansen, nog eens honderd gulden erbij leende, met als onderpand “haer huis op de nije Stadt staande, daer de Swane uithanght”. En de derde stamt uit 1689, toen de bezittingen van de weduwe Egbert Konings werden geïnventariseerd. Zij woonde weliswaar zelf aan de Haddingestraat, maar bezat om de hoek “een huis op de niestadt genaamt ’t Swaentien”.
Kortom: In de zeventiende eeuw, toen er nog nauwelijks joden in Groningen woonden, was de Zwaan of het Zwaantje een huis aan de Nieuwstad. Naar dit huis was de Zwaans- of Zwaantjesgang genoemd. En naar deze steeg heette weer de familie van Sjlomoh Pinchas de Zwaan, anno 1811. Zwanen als levende vogels hadden daar hoogstwaarschijnlijk heel weinig mee te maken.
Harry Perton
Bronnen voor de huisnaam De Zwaan aan de Nieuwstad zijn gevonden via:
Groninger Archieven toegang 1700, Verzameling Kuiken inv. nr. 5, en allemaal te raadplegen op microfiche:
– Rechterlijke Archieven III x (verzegelingen) deel 33 fo. 328
– Rechterlijke Archieven III x (verzegelingen) deel 49 fo 175 vso.
– Rechterlijke Archieven III J (beschrijvingen) deel 13 fo. 123
NB: De Zwaan aan de Nieuwstad was niet het enige huis met die naam in Groningen, want aan de Brede Markt westzijde, de Boteringestraat, het Boterdiep en buiten de A-poort aan het Hoendiep had je huizen, vaak herbergen, met dezelfde naam. Deze naam was dus vrij populair en het is niet uit te sluiten dat nog weer andere families zich hiernaar hebben genoemd.
07 maandag feb 2011
In de aflevering van Loket voor Lief en Leed die morgen, dinsdag 8 februari, op TV Noord te zien zal zijn, is het uitgangspunt de zogenaamde Akte van Verdrinking uit 1882 van de arbeider Jan Beekhuis uit Woldendorp. Jan kwam negen jaar eerder in een ijskoude winternacht om op de Dollard bij het smokkelen van sterke drank. Een afschuwelijk drama, dat ook nog een kameraad van hem het leven kostte…
De rubriek Loket voor Lief en Leed is onderdeel van het raamprogramma 'Noord Vandaag Het Vervolg’ en zal omstreeks 18.30 uur beginnen. Elk uur wordt de uitzending herhaald.
07 maandag feb 2011
Posted Dood, Geboorte, Uitzending gemist
inStukken die bij deze uitzending gebruikt zijn
Geboorte-acte Egbert Egberts Switters, Groningen 1824:
Doop-inschrijving Egbert Switters, A-kerk Groningen 1824:
Advertentie boeldag nalatenschap Egbert Harms Switters (de vader van Egbert junior), met inbegrip van het tjalkschip De Vriendschap, 1831:
Bekendmaking overlijden Egbert Switters jr. door diens weduwe, 1853: