• Een militair als voorvader
  • Familienamen: van Klöne naar Kluin en Klune
  • Over dit weblog
  • Trouwen en scheiden, landelijk beeld vanaf 1950

Loket voor lief en leed

~ 200 jaar Burgerlijke Stand

Loket voor lief en leed

Maandelijks Archief: maart 2011

Je voorvader zijn signalement

31 donderdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk, soldaten

≈ Een reactie plaatsen

Als de schipper Pieter Fransen eind 1837 trouwen wil, levert hij ook een verklaring in, dat hij aan de verplichtingen voor de Nationale Militie heeft voldaan. In deze verklaring (zie linksonder op het bovenstaande plaatje) staat ook zijn signalement. Pieter is 1 el, 7 palm, 4 duim en 0 streep groot, hij heeft een ovaal gezicht, een plat voorhoofd, blauwe ogen, een lange neus, een “ordinaire” mond, een ronde kin, en bruine haren en wenkbrauwen. Verder is er niets opmerkelijks waaraan men hem zou kunnen herkennen.

Wellicht zijn er twee dingen in Pieter zijn signalement die een hedendaagse lezer vreemd voor zullen komen. Ten eerste wordt de lengte vermeld in ellen, palmen en duimen. In de 19e eeuw is dit echter gewoon ons metrieke stelsel. Een el is dan een meter, een palm een decimeter, een duim een centimeter en een streep een millimeter. Pieter Fransen was dus 1 meter en 74 centimeter groot.

Ten tweede zal iemand van nu wellicht wat vreemd aankijken tegen die “ordinaire” mond van Pieter Fransen. Tegenwoordig heeft het woord ordinair echter een wat andere betekenis dan vroeger, toen het nog “gewoon” betekende. Dat Pieter een “ordinaire” mond had, wil dus niet zeggen dat hij een scheve bek met een slecht gebit had, maar dat er eigenlijk helemaal niets bijzonders aan viel te zien..

Dergelijke verklaringen van de Nationale Militie zijn net als doop of geboortebewijzen van bruid en bruidegom, eventuele acten van bekendheid, en begraaf – en overlijdensakten van ouders of grootouders, gewoonlijk aan te treffen als bijlagen bij de huwelijksakten. Deze huwelijksbijlagen, zoals we ze kortweg noemen, zijn in Groningen niet gescand, en staan dus ook niet op internet. Men kan ze hier bij de (studiezaalbalie van) RHC de Groninger Archieven aanvragen, als men het jaar en het nummer, of tenminste de datum van de huwelijksakte weet.

Het speciale en interessante van de militieverklaring is natuurlijk dat signalement van de bruidegom. Daardoor kan je je een beeld vormen van het uiterlijk van je voorvader. Pas na 1850 komt de fotografie op, maar dan duurt het bij verreweg de meeste families vaak nog decennia voordat de eerste foto’s van familieleden worden gemaakt. Voor de vroegere periode is zo’n signalement dan een aardige vervanging.

Zoals aan de militieverklaring van Pieter Fransen te zien is, werden dergelijke verklaringen afgegeven door de gouverneur oftewel de commissaris van de koningin in een provincie. Met de verklaring viel na te gaan of de bruidegom wel aan zijn verplichtingen had voldaan. Hij moest aan de loting hebben meegedaan en dan zijn uitgeloot, of zijn dienstplicht hebben vervuld, als hij tenminste niet afgekeurd was. Een Nederlandse man die zich aan loting, keuring en/of daadwerkelijke vervulling van de dienstplicht onttrok, kon dus ook niet trouwen. (Wel ongehuwd samenwonen, uiteraard.)

Zoals uit de militieverklaring van Pieter Fransen op te maken valt, behoorde hij tot de lichting 1823, waarbij hij in zijn lotingsdistrict het nummer 356 trok. Dat nummer was dermate hoog, dat hij niet in dienst hoefde. Van elke lichting had de staat indertijd maar een beperkt contingent nodig als landsverdedigers. Mannen als Pieter konden echter nog wel in dienst gaan als remplacant of plaatsvervanger voor iemand anders. Daarbij kregen ze dan een mooie som geld van degene die ze vervingen. Als ze helemaal geen kazerne van binnen zagen, moesten ze, als ze gezond van lijf en leden waren, toch vaak nog lid worden van de schutterij.

Met dank aan Tobias Wagenaar.

Huwelijk in de steigers

30 woensdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Annie Mekel is ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Loppersum. Ook daar kunnen mensen trouwen in mooie historische gebouwen, zoals het kerkje van Eenum.

Een aanstaand echtpaar koos voor dit kerkje als trouwlokatie. Maar toen ‘de gelukkigste dag van hun leven’ daar was, bleek de kerktoren in de steigers te staan. En dat vond het stel niet bepaald leuk. Want nu bedierven die steigers alle foto’s die op deze anders zo fraaie plek zouden worden gemaakt.

Het echtpaar stak zijn ongenoegen niet onder stoelen of banken. Het wilde dat de steigers zouden worden verwijderd. Zo hadden ze de kerk niet gehuurd! Maar er viel niets meer aan te doen. De gemeente informeerde Annie wat er aan de hand was, als trouwambtenaar moest ze er maar het beste van zien te maken.

Het stel zat voor haar, in de kerk. “Ach”, erkende Annie het gewraakte feit,

“…nu staat zo maar ineens, tot jullie groot verdriet, de toren van de kerk in de steigers! Dat was niet de bedoeling. Jullie hadden mooie plaatjes in gedachten, met een glaasje champagne proosten op de wierde van Eenum, het kerkpad hand in hand afschrijden met op de achtergrond het pittoreske kerkje! En dan …. steigers.”

Ze hield even in, je kon bijna een speld horen vallen. “Maar lieve mensen”, vervolgde ze,

“…jullie gaan vandaag trouwen. Trouwen is een werkwoord. Aan een auto, een huis, een huwelijk moet onderhoud worden gepleegd. Ook een huwelijk heeft aandacht, zorg en liefde nodig, steeds weer. Als ik een huis in de steigers zie staan, denk ik altijd: “Goed zo , hier wordt aan gewerkt”. Ik hoop, dat jullie deze steigers om de kerk, waarin jullie elkaar trouw beloven,  met een knipoog opvatten als een stukje symboliek!”

Ze ging over tot de ceremonie protocollaire en verzocht het paar te gaan staan en elkaar de rechterhand te geven. Van enige onvrede werd verder niet vernomen. Na de plechtigheid stuurde het kersverse echtpaar haar een bedankkaart:

“We hebben van verschillende kanten niets dan lof gehoord over uw optreden. Met hartelijke groeten…”

Met dank aan Annie Mekel, Middelstum

RTV Noord stopt ermee

29 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in aankondigingen, Uitzending gemist

≈ 3 reacties

RTV Noord heeft ons meegedeeld, dat het programma rond Loket voor Lief en Leed met onmiddellijke ingang wordt stopgezet. De uitzending op 22 maart rond Opoe Tjadens was de laatste.

Het RHC Groninger Archieven/GAVA, de NGV afd. Groningen en Egge Knol van het Groninger Museum zetten hun project gewoon voort met het weblog en andere activiteiten. Dit hele jaar besteden wij aandacht aan 200 jaar Burgerlijke Stand. Blijft u dus uw reacties en verhalen insturen!!!

De pseudo-moeder

29 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Berucht, Bijzonder, Huwelijk, Uitzending gemist

≈ 1 reactie

Op vrijdag 10 december 1819 trouwt de uit Wildervank afkomstige, en reeds enige maanden zwangere binnenschippersdochter Aaltje Kleve in het gemeentehuis van Delfzijl met Pieter Drent, een boerenknecht uit Weiwerd. De huwelijksakte meldt dat de burgemeester van Delfzijl in hun geval de “officier” (= ambtenaar) van de burgerlijke stand was. Ook meldt de akte dat de vader van Aaltje niet meer leefde. Volgens het stuk zou haar moeder echter wel aanwezig zijn geweest, en ook toestemming voor het huwelijk hebben gegeven.

Naderhand, toen een broer van Aaltje trouwde, bleek de burgemeester dat er iets niet klopte. Die aanwezigheid en toestemming van Aaltjes moeder vormden een leugen. Een andere vrouw gaf zich bij Aaltjes bruiloft voor Aaltjes moeder uit! En omdat de burgemeester van Delfzijl zich bedonderd en in zijn eer aangetast voelde, liet hij de zwangere Aaltje en haar pseudo-moeder gevangen zetten. Beide vrouwen zouden nog worden berecht voor het Hof van Assisen in Groningen…

Hoe dit verhaal afloopt, kunt u in het onderstaande filmpje zien. Omdat TV Noord stopt met het uitzenden van het Loket voor Lief en Leed, zal het niet meer op TV te zien zijn. Desondanks wensen wij u veel kijkplezier!:

 

Met dank aan Cees Tromp

Uitzending gemist 12

29 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Beroemd, Uitzending gemist

≈ 2 reacties

De uitzending van de vorige week over opoe Tjadens:

Drenthe was nog sneller

29 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Bijzonder

≈ Een reactie plaatsen

Eerlijk is eerlijk, de Drenten waren ons Groningers te snel af. Terwijl de eerste akten hier bij ons op 1 maart 1811 werden opgemaakt, in voorlijk Veendam, gebeurde dat in Drenthe al op 19 februari van hetzelfde jaar. Frappant is, dat dit precies aan de andere kant van de Semslinie gebeurde. Het kind, geboren in Gasselternijveen, werd ingeschreven in de gemeente Gasselte. In beide gevallen kan je dus zeggen dat men in de veenstreken voorop liep.

Ambtelijke emoties

28 maandag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Dood

≈ Een reactie plaatsen

De derde bijdrage van de gemeente Groningen aan ons weblog gaat over het aangeven van sterfgevallen.

Opoe Tjadens zou met haar 106 jaar ook in onze huidige tijd de oudste inwoner van Groningen zijn geweest. Het aantal mensen dat de gezegende leeftijd van 100 of ouder bereikt, neemt toe. Maar het blijft een betrekkelijke zeldzaamheid. Onder de 190.000 inwoners van Groningen bevinden zich op dit moment welgeteld 22 mensen die 100 of ouder zijn. En het betreft louter vrouwen! De oudste Stadjers gaan momenteel al 105 jaar mee. Dit blijkt uit cijfers van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) van de gemeente Groningen.

Helaas komt eens de dag dat het afgelopen is. En daar hoort aangifte van overlijden bij. Tot 2009 gebeurde dat bij de burgerlijke stand in de Kreupelstraat. Tegenwoordig vindt het overgrote deel van de overlijdensaangiftes echter plaats op de begraafplaats Selwerderhof. Daar is ook het gemeentelijk loket Begraven gevestigd. De reden? Begrafenisondernemers en nabestaanden moeten er vaak toch al in de buurt zijn. En na een sterfgeval zit niemand te wachten op meerdere contactpersonen van de gemeente en papieren rompslomp.

Vrijwel altijd doet een begrafenisondernemer aangifte van overlijden. Zo’n 10 tot 20 keer per jaar verricht een nabestaande liever zelf deze handeling. Dan treffen de medewerkers van het loket Begraven een verdrietige zoon, dochter, vader of moeder. De familieleden van de gestorvene beschouwen de aangifte in die gevallen als een deel van de verwerking van het verlies.

Als een begrafenisondernemer zich meldt bij het Loket Begraven, weten de medewerkers via hem of haar al van een overlijden. Dit geven ze dagelijks via fax of mail door. De medewerkers zoeken de gegevens van de overledene op in de GBA en maken de overlijdensakte alvast klaar. De begrafenisondernemer moet deze akte ondertekenen. De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert de verklaring van de arts die het sterfgeval heeft geconstateerd en verleent toestemming tot begraven of cremeren.

Dit administratieve proces is in de loop van de tijd niet wezenlijk veranderd. Behalve dat de typemachine en het papier plaatsmaakten voor de pc. “Als je één foutje maakte bij het typen, kon de hele akte weer opnieuw”, aldus een medewerker die dat nog meegemaakt heeft. En de tijd is dus voorbij dat een haastige begrafenisondernemer zijn lijkwagen op de stoep van de Kreupelstraat parkeerde. Naast het loket bij het Selwerderhof neemt ook het geboorteaangiftenloket in het Martiniziekenhuis en dat aan de Kreupelstraat een enkele overlijdensaangifte op. Het gaat dan om levenloos geboren kindjes.

Een aangifte van overlijden is nooit leuk. Sommige nabestaanden en begrafenisondernemers moeten hun verhaal kwijt en dat leidt vaak tot een brok in de keel bij de medewerkers. “Ik moest in het begin wel wennen aan het idee dat ik op een begraafplaats ging werken”, vertelt een medewerker van het loket Begraven. ‘Maar kijk hoe mooi het park Selwerderhof is. Nu het lente wordt, komen de kastanjebomen weer in bloei en hoor je de vogeltjes fluiten.” En zo heeft ook dit werk van de burgerlijke stand zijn mooie én moeilijke kanten.

Sander van der Zwaag

Het beest in haar lijf

28 maandag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Bijzonder, Dood, Religie

≈ Een reactie plaatsen

Als op 18 september 1822 de 22-jarige boerendochter Alberdina Margaretha Rummerink overlijdt, veroorzaakt dat een grote verslagenheid in de gemeente Haren. Niet alleen stierf deze “heerlijk ontluikende bloem” onverwacht in haar slaap, ook was ze geliefd vanwege haar  “innemend karakter” en ”hare zachtheid en zedigheid”,

“karaktertrekken, welke het betooverend vermogen hebben, om de harten van anderen geheel aan zich te boeijen”.

Daarom hield Wybrandus Holwerda, de predikant van Haren bij wie Alberdina catechisatie volgde, ook een speciale preek naar aanleiding van haar onverwachte dood. Zo kon hij bijvoorbeeld Alberdina’s meer losbandige leeftijdsgenoten de onzekerheid van het leven voorhouden en oproepen om zich tijdig te bekeren.

Naderhand liet ds. Holwerda deze preek drukken, en dat bood hem ook de gelegenheid om uit te wijden over een ander sterfgeval, dat vijf dagen na het overlijden van Alberdina Rummerink het gesprek van de dag in Haren werd. In zijn preek stipte hij dit andere sterfgeval al terloops aan, door te wijzen op

 “…de folteringen waarmede menig lijder op het ziekbed worstelt, gepaard met de ontzettendste zielskwellingen, waarvan wij thans onder ons een voorbeeld vinden.”

De naam van dit voorbeeld gaf hij niet. Maar omdat hij in zijn aantekeningen achter de preek schreef dat het om een “jonge vrouw” ging, die vijf dagen na Alberdina in Haren stierf, kan het alleen maar gegaan zijn om de 34-jarige Aafje Everts, de vrouw van de landbouwer Geert Hoving. Holwerda zegt over haar:

“Maanden lang sukkelde zij aan eene uitterende ziekte; vergezeld met geweldige pijnen in de ingewanden, welke van tijd tot tijd toenamen, en haar ijsselijk folterden, zoo zelfs dat haar daardoor somtijds de spraak en het denkvermogen benomen werden. Doch het ergste en ontzettendste was: het arme mensch verkeerde in het denkbeeld, dat zij betooverd was, en een dier in haar ligchaam had, hetwelk in hetzelve omkroop.”

Aafje Hoving-Everts was er zelfs zo erg aan toe, dat ze zich op een onbewaakt  moment uit haar bed liet vallen om een mes van een tafel te kunnen pakken, dat ze in een zakdoek verstopte. Toen men haar vond, het mes ontdekte en vroeg wat ze ermee wilde doen, zei ze dat ze dat beest in haar lijf wilde doodsteken.

Natuurlijk werd ds. Holwerda erbij geroepen. Hij kon praten als Brugman om Aafje van haar idee af te brengen, maar dat haalde niets uit. Pas toen de predikant haar voor de allerlaatste keer bezocht, bleek ze heel rustig en bij haar volle verstand. Nu wilde ze wel naar hem luisteren en nam ook dankbaar aan wat hij zei. Vlak voordat ze stierf gaf ze nog haar “stellige begeerte” te kennen dat er na haar dood sectie op haar lichaam gepleegd zou worden, zodat de ware oorzaak van haar lijden zou uitkomen. Inderdaad vond deze lijkschouwing plaats in aanwezigheid van zes getuigen:

“Doch men heeft geen spoor van eenig dier in de ingewanden gevonden, maar wel eene bijna verteerde long, een vergaan net, en in sommige darmen eene kankerachtige rotting, zoodat men hieruit gemakkelijk kan opmaken, hoeveel de lijderes heeft moeten uitstaan voor en aleer hare ingewanden tot dien staat van verrotting en vertering zijn gekomen.”

Een en ander vormde reden voor ds. Holwerda om nog eens te waarschuwen tegen het “rampzalig bijgeloof”, dat “tegen alle Rede en Openbaring aanloopt”:

“…mogt deze daadzaak, welke in mijne Gemeente algemeen bekend is, hiertoe iets bijdragen!”

                                                                                                 Harry Perton

Bron:
Universiteitsbibliotheek Groningen: W. Holwerda, Een woord ter herinnering, voornamelijk voor jongelieden, bij gelegenheid van een alleronverwacht en aandoenlijk sterfgeval, of leerrede over Numeri 20 : 28b (Groningen 1822)

Workshop Alle Groningers

23 woensdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in aankondigingen, Starten met onderzoek

≈ Een reactie plaatsen

Via Loket voor Lief en Leed komen er steeds meer reacties van mensen, die bezig zijn met hun familiegeschiedenis en hierbij de website Alle Groningers gebruiken, maar zo niet voldoende kunnen vinden. Daarom organiseren de NGV afdeling Groningen en het RHC Groninger Archieven op 9 april een workshop, speciaal voor deze mensen.

Tijdens deze workshop kunt u zien wat er allemaal met Alle Groningers te vinden is en hoe u kunt beginnen met familieonderzoek aan de hand van gegevens van de Burgerlijke Stand uit de 19e en 20e eeuw. Deze website is één van de belangrijkste bij het zoeken naar Groninger voorouders. Daarnaast wordt GenLias veel gebruikt voor meer landelijk onderzoek.

De docenten en begeleiders hebben veel ervaring met familieonderzoek. Leden van de Nederlandse Genealogische Vereniging, de grootste organisatie van en voor mensen die bezig zijn met familiegeschiedenis, treden als zodanig op. Er staan computers klaar, dus u hoort en ziet niet alleen de uitleg, maar kunt ook zelf aan de slag, eerst door de voorbeelden van de docent te volgen en later door uw eigen zoekvragen in te vullen. Uiteraard kunt u ook vragen stellen over uw eigen onderzoek.

De workshop duurt anderhalf, inclusief een korte pauze, en vindt twee maal plaats op zaterdag 9 april in het gebouw van RHC de Groninger Archieven, Cascadeplein 4 te Groningen.

  • Workshop A: ’s ochtens van 10.30 tot 12.00 uur
  • Workshop B: ’s middags van 13.30 tot 15.00 uur

De kosten bedragen € 5. Deze prijs is inclusief een kopje koffie of thee en informatiemateriaal. Bij de Groninger Archieven is parkeergelegenheid beschikbaar.

Aanmelding kan tot en met woensdag 5 april 2011, maar deelnemers worden toegelaten in volgorde van de ontvangst van de aanmelding en vol=vol. U mailt uw aanmelding naar info@groningerarchieven.nl en geeft daarbij aan, welke workshop u wilt volgen. Van ons ontvangt u vervolgens een bevestiging per mail met bericht over de betaling.

De herkomst van de poelier

23 woensdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Bijzonder, soldaten, Starten met onderzoek

≈ Een reactie plaatsen

Dat je het met militaire voorvaderen niet bepaald gemakkelijk hebt als genealoog, bewijst de zoektocht van Vincent Evers.

Diens vrouw Johanna Palmen stamt af van een Johannes Palmen, die in 1811 in de stad Groningen trouwde en hier als gepensioneerd soldaat een poelierszaak aan de Vismarkt dreef. Volgens de trouwacte en de latere overlijdensacte was Johannes in 1788 in Maastricht geboren. Diens ouders echter, staan niet in deze stukken genoemd, en bij nader inzien bleken het geboortejaar en de geboorteplaats ook nog eens natte vingerwerk.

In de Collectie Wolters van huwelijken in het Staatse Leger zat wel een huwelijk, gesloten in 1780 te Maastricht, van een Johannes Palmen met een Catharina Koegel, die afkomstig was uit Boerten oftewel Bourtange. Deze Johannes zou de vader van de andere Johannes kunnen zijn. Hij was dragonder in het regiment van Hessen-Cassel.  Dat hij en zijn vrouw in Maastricht kinderen kregen, bleek echter nergens uit.

In het archief van de Raad van State (Nationaal Archief te Den Haag) bevindt zich een stamboek met de vermelding van een Johannes Palmen bij het regiment dragonders van Massou. Deze Johannes verbond zich in 1776 aan het regiment; hij was toen 27 jaar oud en timmerman. Omdat de naam van het regiment verouderd was, daar het al sinds 1768 onder bevel stond van prins Frederik van Hessen-Kassel, zou het om dezelfde Johannes Palmen moeten gaan die in 1780 in Maastricht trouwde. Volgens het stamboek was hij geboren in Vlodrop en om die reden werd de zoektocht daar voortgezet. Echter zonder resultaat.

Vervolgens keek Evers naar de verplaatsingen van het regiment. Omstreeks het geboortejaar van de jonge Johannes bleek het gelegerd in vestingen in de Noord-Brabantse Langstraat. Maar het onderzoek naar een geboorte in een van deze plaatsen leverde evenmin iets op.
 
Uit Duitse bronnen bleek Evers inmiddels, dat de naam Palmen ook veel over de Limburgse grens voorkwam, in de richting van Aken. Daarom zocht hij verder in de collectie cd’s van de Erkelenzer Heimatverein, die zich bevindt in de bibliotheek van NGV Kempen- en Peelland.  En daar vond hij dan de missing link. Op 19 maart 1790 bleek in de Dionysuskerk van Übach-Palenberg gedoopt te zijn Joannes Josephus, zoon van Catharina Kugels – wier naam hier verder niet voorkomt – en Joannes Conradus Palmen.  De herkomst van de Groninger poelier was eindelijk bekend.

Met dank aan Vincent Evers, Heythuysen. Hij is graag bereid nadere informatie te verstrekken. Zijn mailadres: v.evers@telfort.nl

Redactioneel addendum

← Oudere berichten

Met medewerking van:

  • RTV Noord
  • Groninger Museum
  • GAVA
  • NGV afd. Groningen
  • RHC Groninger Archieven

Categorieën

  • aankondigingen
  • ambtenaren
  • Beroemd
  • Berucht
  • Bijzonder
  • Dood
  • Geboorte
  • Grappig
  • Huwelijk
  • Rare namen
  • Religie
  • soldaten
  • Starten met onderzoek
  • Uitzending gemist
  • Uncategorized
  • Vergissingen

Archief

  • maart 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010

Blog Stats

  • 67.309 hits

Meta

  • Registreren
  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.com

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Loket voor lief en leed
    • Doe mee met 32 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Loket voor lief en leed
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....