• Een militair als voorvader
  • Familienamen: van Klöne naar Kluin en Klune
  • Over dit weblog
  • Trouwen en scheiden, landelijk beeld vanaf 1950

Loket voor lief en leed

~ 200 jaar Burgerlijke Stand

Loket voor lief en leed

Maandelijks Archief: april 2011

Smokingrel in Nieuweschans

20 woensdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Dat de ambtskledij van ambtenaren burgerlijke stand aanleiding kan geven tot emotionele toestanden, blijkt uit een gevalletje te Nieuweschans, anno 1976. Hoewel dat gevalletje, dat zich voordeed in de komkommertijd, ook wel wat opgeklopt werd door de pers.

In augustus van dat jaar deed burgemeester Koek van Nieuweschans het voorstel aan de  gemeenteraad, om een nieuw kostuum aan te schaffen voor de nieuwe ambtenaar van de burgerlijke stand. Het vorige kostuum, een smoking, was namelijk meegenomen door de vorige trouwambtenaar, die sinds een jaar in Geertruidenberg werkte. Deze Krebbers, aldus de burgemeester, had zich de smoking “toegeëigend”.

Deze enigszins ongelukkige woordkeus leidde tot verbolgenheid bij Krebbers, die vanuit het verre Geertruidenberg liet weten dat de smoking aan hem persoonlijk was geschonken, en niet aan de gemeente. Dat was gebeurd bij een gemeentelijk werkbezoek aan een Duits confectiebedrijf dat onder meer smokings fabriceerde. Bij diezelfde gelegenheid had de burgemeester afgezien van een soortgelijk cadeau. Krebbers peinsde er niet over om het kostuum af te staan, want raadsleden hadden hem laten weten dat hij het houden mocht. Vanwege de suggestie dat hij de smoking had gestolen, overwoog hij zelfs gerechtelijke stappen.

In Nieuweschans waren de rapen gaar. Raadsleden, met de fractie van de PvdA voorop, wilden dat de oud-ambtenaar gezuiverd werd van alle blaam. IJlings voegden B&W nog de woorden “niet wederrechtelijk” toe aan het raadsvoorstel, dit voorafgaand aan het woordje “toegeëigend”. Bovendien bood het college Krebbers zijn excuses aan voor de diefstal-suggestie. Het gemeentebestuur bevestigde uitdrukkelijk, dat het pak niet aan de gemeente, maar aan Krebbers was geschonken. En daarmee was de smokingrel de wereld uit. 

                                                                                      Harry Perton

Een boreling van vijftien

19 dinsdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Geboorte

≈ Een reactie plaatsen

In 1878 werd Adriana Korhorn ingeschreven in het geboorteregister van Ulrum. Een nauwelijks opmerkelijke routine-handeling, ware het niet dat Adriana al vijftien jaar oud was. De gemeente Ulrum schreef dus een puber in als nieuw geborene.

Dat deed de gemeente, zo blijkt uit de akte, op gerechtelijk bevel. Adriana's moeder Janna, zonder beroep en wonende te Den Hoorn, had een verzoekschrift daartoe ingediend bij de Arrondissementsrechtbank Groningen, die dat rekest inwilligde.

Daarmee werd een verzuim in 1863 rechtgezet. Janna was toen in de ochtend van zaterdag de 23ste mei van haar dochter Adriana bevallen aan boord van een potschip - dat was een schuit met aardewerk als koopwaar, die van het ene dorp naar het andere voer. Janna, toen 33, woonde daarop als dienstmeid van de oorspronkelijk uit Vledder afkomstige potschipper Gerardus Hulst, die net als haar oudere zuster Knelske bij de bevalling aanwezig was geweest. Deze Hulst was het, die verzuimd had om aangifte te doen.

Burgemeester Wolthers van Ulrum had van dit verzuim, een "wanbedrijf", ook proces verbaal opgemaakt, waardoor Hulst indertijd moest voorkomen voor de Arrondissementsrechtbank te Appingedam. Janna wees op die procedure, ten bewijze dat haar dochter inderdaad in Ulrum geboren was.

Uit de stukken bij de Arrondissementsrechtbank blijkt mogelijk een staaltje klassejustitie. Volgens Janna, die indertijd als getuige werd gehoord, had de ene gemeente (Ulrum) naar de andere (Leens?) verwezen, waar het ging om het doen van aangifte van de geboorte. terwijl haar beklaagde baas, potschipper Hulst, verklaarde dat de aangifte niet was geschied…

"…doordien de Burgemeester (van Ulrum) die aangifte niet had willen aannemen…"

Het wordt er niet bij verteld, maar waarschijnlijk was burgemeester Wolthers bang dat de nieuwe boreling ten laste van de Ulrumer armenkas zou komen.

Hoewel de burgemeester van Ulrum dus (mede-)verantwoordelijk voor de verzuimde aangifte kon worden gehouden, kreeg alleen Hulst (toen 49) dit feit op zijn brood gesmeerd.  De Damster rechtbank veroordeelde hem tot drie dagen cel en een boete van 8 gulden, met de kosten van het rechtsgeding die werden afgemaakt op ƒ 11,35. In hoger beroep voor het Gerechtshof in Groningen bleef daar nog 3 gulden boete met de rechtskosten van over.

Hoewel er dus een strafproces gevoerd was over de verzuimde aangifte, maakte niemand zich na dat proces meer druk over dat verzuim. Vandaar dat de omissie vijftien jaar later nog eens moest worden goedgemaakt.

—

Bronnen, afgezien van de geboorte-akte: RHC Groninger Archieven, archief Arrondissementsrechtbank Groningen (toegang 883) inv. nr.1354, het verzoekschrift nr. 207; archief Arrondissementsrechtbank Appingedam (toegang 882), inv. nr. 61, het vonnis nr. 2722 de dato 28 augustus 1863; archief Provinciaal Gerechtshof Groningen (toegang 148) inv. nr. 33 register veroordeelden, 2 november 1863 Gerardus Hulst.

 

Mopje uit de oorlog

19 dinsdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Berucht

≈ Een reactie plaatsen

Het is 1943 of 1944. Komt een man bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zegt dat hij zijn naam veranderen wil, omdat hij er heel veel mee gepest wordt.

"Wat is uw naam?", informeert de ambtenaar.

"Adolf Poepjes", zegt de man.

Het blijft even stil. De ambtenaar moet inwendig lachen, maar heeft er het volste begrip voor dat de man een andere naam wil. "Wat voor achternaam zou u dan willen hebben?", vraagt hij.

"Nee meneer", antwoordt zijn bezoeker: "U begrijpt me verkeerd. Ik wil mijn achternaam helemaal niet veranderen. Het gaat om mijn voornaam."

Schilderij gezocht !!!

18 maandag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ 1 reactie

In de verzameling foto’s van RHC Groninger Archieven bevindt zich een zwartwitreproductie van een schilderij dat in 1887 gemaakt is door ene Acker (?) en dat als titel heeft: “Slochteren: ‘het huwelijk'”. Het doek geeft de ondertekening van een huwelijksakte bij een ambtenaar van de burgerlijke stand weer. Mogelijk is dat dus de toenmalige burgemeester van Slochteren, omdat gemeenten indertijd nog niet veel meer ambtenaren op hun loonlijst hadden staan. Terwijl het bruidspaar tekent, kijkt de familie toe. Aan de wand van het kantoortje overheidspublicaties en folianten met akten burgerlijke stand. Het huwelijksgezelschap en de omgeving voor zo’n gebeurtenis zijn heel wat kleiner, dan tegenwoordig gebruikelijk is! Een huwelijk ging er indertijd ook nog niet zo feestelijk aan toe – als er een feest was, vond dat ook thuis plaats, en niet in een gehuurde zaal.

Omdat we graag een kleurenreproductie van dit veelzeggende schilderij willen hebben, zijn we ernaar op zoek gegaan. Bekend is dat de fotograaf van het Rijksarchief, wijlen M.A. Douma, de reproductie in april 1972 te Slochteren heeft gemaakt, want de foto maakt deel uit van een serie over het gemeentehuis, maar ook andere zaken in Slochteren. Helaas bevindt het schilderij zich niet in de collectie van de Fraeylemaborg en evenmin in het gemeentehuis van Slochteren. Vandaar dat we hier nu een oproep plaatsen:

Wie weet waar dit schilderij zich bevindt?

 

 

Een halve eeuw trouwen en scheiden in de stad

18 maandag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

De groene staafdiagram geeft een beeld van het aantal huwelijken per jaar in de gemeente Groningen tussen 1960 en 2010, de blauwe van het aantal scheidingen in dezelfde gemeente over dezelfde periode. Helaas konden we wat betreft die scheidingen niet alle cijfers achterhalen, vandaar dat die grafiek niet mooi doorloopt, maar discontinu is.

Conform het landelijke beeld neemt het aantal huwelijken in de gemeente Groningen in de jaren zestig steeds toe, tot er begin jaren zeventig een hoogtepunt wordt bereikt. En dit komt niet doordat de gemeenten Hoogkerk en Noorddijk in 1969 opgaan in de gemeente Groningen, want met de 50 à 80 huwelijken in die beide gemeenten erbij gedurende de jaren zestig zou de grafiek toen eenzelfde stijgende lijn hebben vertoond. Hooguit zou dan 1968 mede tot de piekjaren gerekend kunnen worden, want met de 72 Hoogkerkster en Noorddijkster huwelijken in dat jaar erbij, zou het aantal voor 1968 (1601 huwelijken) iets boven dat van 1969 (1578) uitgekomen zijn.

De opgang in de jaren zestig is te verklaren doordat er toen een eind kwam aan de na-oorlogse woningnood en mensen dankzij de loongolf ook meer te besteden kregen. Ze konden het zich veroorloven om jonger te trouwen en deden dat ook.

De piek in de grafiek voor de jaren 1968 – 1971 strookt niet met het beeld achteraf, dat vrijheid en blijheid toen troef waren. Het was pas na 1971 dat het halen van een ‘boterbriefje‘ uit de gratie raakte. Maar dan gaat het ook snel: begin jaren tachtig, toen voor het eerst een dieptepunt werd bereikt, lag het aantal huwelijken nog maar op de helft van het aantal, dat rond 1970 gehaald werd. Niet alleen gingen mensen veel minder trouwen, maar dat deden ze ook later – in plaats van vroege twintigers zijn het gevorderde dertigers en vaak hangt dan het trouwen samen met kinderen op komst.

Landelijk was de teruggang in de jaren zeventig eenderde. In de stad Groningen raakte het huwelijk dus veel meer uit de gratie als landelijk. De oplevingen rond 1990 en eind jaren negentig waren hier ook niet zo groot dan landelijk. Wel is hier, net als landelijk, de animo om te trouwen de laatste jaren lager dan ooit, terwijl de (gemiddeld nog geen 100) geregistreerde partnerschappen het verlies aan trouwlust bij lange na niet goedmaken. Lag het aantal huwelijken in de laatste jaren landelijk op ongeveer 60 % van de piek rond 1970, in de gemeente Groningen was dat nog geen 40 %, waaruit blijkt dat het instituut huwelijk hier veel meer dan elders aan betekenis heeft ingeboet.

Terwijl het aantal huwelijken in de jaren zeventig enorm inzakte, nam het aantal scheidingen toen juist sterk toe. Begin jaren tachtig werd er meer gescheiden dan ooit, daarna nam het aantal scheidingen trendmatig af. Om deze ontwikkeling echter in proportie te zien, hebben we nog een staafdiagram gemaakt van het aantal scheidingen als percentage van het aantal huwelijken:

 
In de jaren zestig bedroeg het aantal scheidingen in Groningen nog geen 10 % van het aantal huwelijken. Mede dankzij een nieuwe echtscheidingswet, die het scheiden gemakkelijker maakte, nam dit percentage in de jaren zeventig enorm toe, tot het begin jaren tachtig op meer dan 50 % lag. Sindsdien is er relatief nooit meer zoveel gescheiden. Door de bank genomen lag de laatste decennia het aantal scheidingen in de gemeente Groningen op 40 à 50 % van het aantal huwelijken, behalve medio jaren negentig, toen de percentages nog eens de 50 % te boven gingen.

                                                                                   Harry Perton

Bronnen van de cijfers: Statistische Jaarboeken gemeente Groningen; Verslag van de afdeling bevolking, burgerlijke stand en militaire zaken 1968 (Bibliotheek Groninger Archieven); (CBS) Gegevens per gemeente betreffende de loop der bevolking (UB zaal overheidsdocumentatie uovd 415 R 001); Nieuwsblad van het Noorden 7 augustus 1980.

Met dank aan Peter Groote (RUG) en Age Stinissen (gemeente Groningen).

Huwelijksafkondiging

14 donderdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Tot 1987 hingen alle voorgenomen huwelijken nog in vitrinekastjes bij de gemeentelijke secretarieën. Met de namen van de huwelijkspartners, hun leeftijden, woonplaatsen, beroepen en gegevens over eventuele eerdere huwelijken. Deze openbaarheid was bedoeld om eventuele bezwaarmakers tegen trouwplannen de mond te gunnen. Niet dat zich vaak mensen met bezwaren kwamen melden, in de gemeente Groningen bijvoorbeeld, gebeurde dat slechts eens in de drie, vier jaar. Het kastje achter de ruiten van het ‘nieuwe’, witte stadhuis (de afgebroken witte flat van Vegter) werd hier amper bekeken en gold als een relict uit vervlogen tijden.

Inderdaad was de huwelijksafkondiging eeuwenoud. Vanaf de Middeleeuwen vond ze, net als de huwelijken zelf, aanvankelijk steeds in kerken plaats. Als een paar zich aanmeldde om te trouwen, dan kondigde een priester of predikant vooraf op drie achtereenvolgende zondagen hun huwelijk af. Dit gebeurde zowel in de parochiekerk van de bruid, als die van de bruidegom. Met elkaar heetten deze afkondigingen ook wel de ‘proclamata’. Als deze periode voor een stel begon, heette het ook wel dat dit stel ‘de geboden inging’, terwijl het tijdens deze periode ‘onder de geboden stond’. Helemaal zeker is het niet, maar waarschijnlijk hangen deze uitdrukkingen samen met het gebod aan de aanstaande partners, om de godsdienstoefeningen op deze dagen bij te wonen.

In 1724 werd in de stad Groningen deze huwelijksafkondiging onderworpen aan een nadere regelgeving, waardoor de overheid aan invloed won ten koste van de kerk. Alle aanstaande huwelijksparen moesten zich in principe persoonlijk komen melden bij de ‘commissarissen der huwelijkse zaken’, die hiertoe op zaterdagavond vergaderden in de Weeskamer. Als er een boedelscheiding vanwege de eventuele voorkinderen was geweest en er geen sprake was van verboden graden van bloedverwantschap etc., dan gaven deze functionarissen toestemming voor de huwelijksproclamaties met een briefje aan de eveneens aanwezige kosters van de drie hoofdkerken. Deze schreven op hun beurt de namen op de briefjes over in de proclamatieboeken, waaruit de predikanten op zondagen vanaf de kansels die namen van de bruisparen in spe voorlazen. Als een huwelijkspartner nog geen drie jaar in de stad woonde, dan vonden er ook afkondigingen plaats in in zijn of haar geboorteplaats en/of de plaats waar hij of zij langdurig verblijf had gehouden. Daarvan moesten dan verklaringen worden ingeleverd, en als die ontbraken, ging het hele feest niet door. In 1725 werd, waarschijnlijk na een flagrante overtreding, deze regel zelfs nog even aangescherpt door de bepaling dat degenen die weigerden de proclamata of geboden te laten aantekenen, vervallen waren van alle voorrechten die burgers en ingezetenen genoten.

Er werd oudtijds dus veel waarde gehecht aan de huwelijksafkondiging. Bij de instelling van het burgerlijk huwelijk in 1811 werd de procedure ook gewoon overgenomen, met dien verstande dat de bekendmaking van de voorgenomen huwelijken sindsdien steeds op twee achtereenvolgende zondagen voor de deur van het gemeentehuis plaatsvond. Nieuwsgierige aagjes op het platteland moesten vanaf toen dus niet meer in de kerk zijn, maar voor de kroeg, waarin het gemeentehuis ondergebracht was.

In 1913 werd de mondelinge afkondiging afgeschaft, en vervangen door een schriftelijke in mededelingenkastjes van gemeentes. Al in 1980 kreeg het Ministerie van Justitie het advies om dit af te schaffen, een advies waar de vereniging van burgerlijke standsambtenaren het naderhand hartgrondig mee eens was. Men vond de huwelijksafkondiging uit de tijd, omdat men op basis van het huwelijksregister zelf wel kon nagaan of iemand huwelijksbevoegd was of niet. Zwaarwegende redenen voor de afschaffing vormden vooral de privacy en de kosten die met de procedure gemoeid waren.

                                                                                          Harry Perton

Formaliteiten (1940)

14 donderdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Dood, Geboorte, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Geboorte

“Van elke geboorte (ook van levenloos ter wereld gekomenen) moet binnen drie dagen na de bevalling aangifte worden gedaan bij den Ambtenaar van de Burg. Stand in de plaats, waar de geboorte is geschied.
De aangifte moet geschieden door den vader of bij ontstentenis van dien, door dokter of vroedvrouw.
In de door den ambtenaar opgemaakte geboorte acte wordt datum, uur en plaats der geboorte vermeld, benevens de voornamen van het kind, de voornaam, namen, beroep en woonplaats van de ouders en van den aangever.
Van een onwettig geboren kind mag den naam van den vader niet worden vermeld, tenzij de vader het kind erkent.
De geboorte acte wordt door den ambtenaar en den aangever onderteekend.”

Commentaar:
Dit spreekt allemaal vanzelf. Interessant is of er ook akten zijn van buitenechtelijk geboren kinderen, die toch meteen al door hun vaders worden erkend. Zo’n akte zijn we nog niet tegengekomen. Wel gebeurt het redelijk vaak dat kinderen op een later tijdstip bij een huwelijk worden erkend. Waarbij de nieuwe vader nog niet de biologische vader hoeft te zijn.

Ondertrouw en huwelijk

“Zij, die een huwelijk wenschen te sluiten moeten daarvan aangifte doen bij den ambtenaar van den Burg. Stand in de woonplaats van een der partijen. Deze aangifte kan zoowel mondeling als schriftelijk geschieden. Bij mondelinge aangifte teekenen de bruid en bruidegom in het register. Het voorgenomen huwelijk wordt aldaar afgekondigd door den ambtenaar van den Burg. Stand, die er een acte van opmaakt, welke wordt ingeschreven in het register van huwelijks aangifte.
Behalve deze ingeschreven acte zal de ambtenaar een kennisgeving doen aanplakken aan het gemeentehuis op een Zaterdag vóór de voltrekking van het huwelijk. (14 dagen tevoren indien de a.s. echtlieden in dezelfde gemeente wonen, drie weken tevoren indien zij in verschillende plaatsen wonen).
Deze aankondiging (onder de geboden hangen) heeft ten doel gelegenheid te geven tot het te berde brengen van bezwaren tegen het voorgenomen huwelijk door personen, die mennen hiertoe gerechtigd te zijn.
Het huwelijk wordt voltrokken door den ambtenaar van den Burg. Stand in het openbaar in het gemeentehuis van de woonplaats van bruid of bruidegom.”

Commentaar
De huwelijksafkondiging, een eeuwenoud gebruik, is in 1987 afgeschaft. Ongetwijfeld zijn er huwelijken tegengehouden en heeft dat ook tot processen geleid. Graag zouden we een verhaal over zo’n zaak op dit weblog hebben. Dus wie er een weet…

Dood

“De teraardbestelling van een lijk dient volgens de wet te geschieden tusschen 36 uur en 5 dagen na overlijden. Voor een begrafenis heeft men noodig: schriftelijk verlof van den ambtenaar van den Burg. Stand, welk verlof verkregen wordt na overlegging van de verklaring van overlijden afgegeven door den behandelenden geneesheer. Bij gebrek aan een zoodanige verklaring gaat doodschouw vooraf.
Bij vermoedens van onnatuurlijken dood behoeft men de schriftelijke toestemming van den Officier van Justitie of van den Rechter Commissaris.
Bij ontbreken van nabestaanden of instellingen (armbestuur), die hiervoor in de termen vallen, zorgt de Burgemeester voor de begrafenis van een overledene.
Voor alle bij een begrafenis noodige formaliteiten wordt door den begrafenisondernemer gezorgd.”

Commentaar
Over de doktersverklaringen hebben we het hier al eens gehad. Een verhaal over een geval waaraan de Officier van Justitie te pas kwam staat nog op stapel. Bemoeienis van burgemeesters zal vooral kunnen blijken uit oude gemeente-archieven.

—

Bron van de citaten: Amy Groskamp – Ten Have, Hoe hoort het eigenlijk, de vierde druk uit 1940, die ook ingaat op allerlei uitzonderingen en bijzondere situaties.

Arbeidersjongen krijgt boerennaam

12 dinsdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Geboorte, Rare namen

≈ Een reactie plaatsen

Op 8 januari 1856 kreeg de ongehuwde arbeidersdochter Jantje Gernaat (27) in Meeden een zoon. Drie dagen later deed haar vader aangifte van de geboorte. Het jongetje werd Egbert Abel Aeilkema Gernaat genoemd. 

Bijna twee jaar later kreeg  Jantje Gernaat nog eens een dochter, waarvan haar vader eveneens aangifte deed zonder de naam van een verwekker te noemen. Ook deze dochter werd dus geboekt met de achternaam Gernaat. Toen Jantje op haar 34-ste alsnog trouwde met een binnenschipper, erkende deze de beide voorkinderen niet. Hij was dus niet de vader, maar wie dan wel?

Jan Rodenburg, via zijn moeder de achterkleinzoon van Egbert Abel Aeilkema Gernaat, stuitte op dit raadsel bij zijn onderzoek naar de familie Gernaat. De voornamen Egbert Abel Aeilkema waren helemaal nieuw in die familie, ze kwamen voordien beslist niet voor. Rodenburg  vroeg zich af of Jantje Gernaat haar oudste zoon naar zijn verwekker noemde, zodat iedereen in het dorp Meeden zou weten wie die vader was.

Doorzoekend op de familienaam Aeilkema in ongeveer dezelfde tijd en streek vond hij inderdaad een Egbert Aeilkema. Dit was de oudste zoon van een boer uit Zuidbroek en die boer heette Abel Aeilkema!

Niet dat Rodenburg nu de familie Aeilkema te schande wil zetten en met een ongehuwd vaderschap wil opzadelen, verre van dat, maar deze Egbert Abel Aeilkema zou toch best wel eens de vader van Egbert Abel Aeilkema Gernaat kunnen zijn. Door het standsverschil tussen de boerenzoon en de arbeidersdochter was een huwelijk dan uitgesloten.

Maar hoe bewijst men zo’n vaderschap? Af en toe was er wel eens een proces, waarbij een vrouw een huwelijk met de (vermeende) vader van haar kind probeerde af te dwingen, of anders een poging deed om alimentatie voor dat kind te krijgen, maar bij de
civiele procedures voor de Arrondissementsrechtbank in Winschoten (RHC Groninger Archieven toegang 882 – inv. nr. 869)  schitteren de namen Gernaat en Aeilkema door afwezigheid. Wat ook weer niet alles zegt. Een vader kon immers ook vrijwillig en zonder dat er een proces aan te pas kwam alimentatie voor zijn onechte kind geven.

Het blijft dus een raadsel hoe Egbert Abel Aeilkema Gernaat aan zijn naam kwam. Tenzij er uit onverwachte hoek nog iets opduikt dat het vaderschap van de boerenzoon bevestigt.

Met dank aan Jan Rodenburg, Bergen.

Nachtmerrie op de Oostzee

11 maandag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Berucht, Dood

≈ 2 reacties

Misschien zijn we geneigd te denken dat zulke gruwelen als in Alphen aan de Rijn alleen maar in onze tijd kunnen plaatsvinden. Dat is niet zo. Vroeger vonden ze ook wel eens plaats, alleen kleinschaliger, zo bewijst de geschiedenis van het Pekelder kofschip Charlotta.

Soms kan je lang zoeken naar een overlijdensakte, maar moet je berusten in de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat die nooit is opgemaakt. Hoewel uit andere bronnen wel degelijk bekend is, dat iemand overleed, en zelfs de omstandigheden van diens dood maar al te bekend zijn.

Zo zwijgen de overlijdensregisters van de beide Pekela’s in alle talen over kapitein Timotheus Meinderts Mulder. Terwijl eind juni 1850 allerlei Nederlandse kranten een verhaal bevatten over diens dood, en de angstaangjagende gebeurtenissen die daaraan voorafgingen.

De 47-jarige Mulder was kapitein van het kofschip Charlotta, dat in maart 1849 van Pekela vertrok naar Amsterdam, om vandaar koers te zetten op Nantes. Naar zijn thuishaven zou het schip nooit terugkeren. Vanaf Nantes deed het dat jaar diverse reizen, waarbij in Antwerpen nog een matroos aanmonsterde. Uiteindelijk zou het schip in Bergen, Noorwegen, in winterkwartier gaan liggen.

In maart 1850 vertrok het vanuit die haven naar de Russsiche hoofdstad Sint Petersburg. Het was de bedoeling om daarna eindelijk weer naar de Pekela te gaan, maar op deze thuisreis ging de kapitein voor hem vreemd gedrag vertonen. Hoewel er vroeger nooit iets bijzonders met hem aan de hand was geweest, was hij nu stil, in zichzelf gekeerd en verzonken in gedachten.

Waarschijnlijk was Mulder depressief. Het verhaal achteraf wil, dat hij op zeker moment bij de stuurman in de kajuit kwam en deze verweet dat hij een verkeerde koers voer. Het verwijt leidde tot een ruzie, de kapitein greep een mes en stak daarmee de stuurman neer. Vervolgens gooide hij de man overboord.

Benedendeks hoorden de kok en een matroos geschreeuw dat de stuurman in zee lag. Toen ze op dek kwamen om te kijken wat er aan de hand was, zagen ze de kapitein aan het roer staan. Het schip lag op de wind. Zij hielpen bij het wenden, voor een poging om de stuurman te redden. Intussen stond de kapitein er wezenloos bij. De reddingspogingen mislukten, de stuurman verdween in de diepte en het schip hervatte zijn koers.

Toen de bemanning voor een ontbijt naar beneden ging, was de kapitein nog steeds zeer zwijgzaam. Alleen zei hij af en toe: “Onze beste man is weg”. Na het ontbijt haalden de kok en een matroos op het voorschip de fokkeschoot aan. Terwijl ze dat deden hoorden ze achter zich angstkreten. Ze keken om en zagen nog net hoe de matroos die in Antwerpen aan boord was gekomen, met zijn handen op het hoofd op het dek viel. Achter hem stond de kapitein. Ze kwamen dichterbij en zagen dat de matroos bloedde. De kapitein had een mes in zijn hand, waarmee hij ook hen bedreigde.

De matroos vluchtte in de voormast en de scheepskok in de achtermast, waar ook de scheepsjongen een goed heenkomen zocht. Naderhand kwam de matroos vanuit de voortop langs het stag bij de andere twee. De kapitein probeerde via het want bij ze te komen, maar dat mislukte, doordat de drie bemanningsleden blokken uit het tuig sneden, waarmee ze hem bekogelden.

De kapitein klom weer uit het want en nodigde ze uit om bij hem op het dek te komen. Als ze niet deden wat hij zei,  zou hij het schip laten zinken. Inmiddels had hij al een bijl in zijn handen. Ze antwoordden, dat ze alleen naar beneden kwamen, als hij zijn mes in zee gooide. Dat deed hij na veel vijven en zessen. Ook kieperde hij de door hem vermoorde matroos overboord. Met een puts water begon hij diens bloed van het dek te schrobben.

Toen hij daarna met de bijl door het luik ‘t vooronder inging, en de bemanningsleden daar kapgeluiden vandaan hoorden komen, concludeerden ze dat hij bezig was met het openhakken van de ballastpoort met de bedoeling om het schip te laten zinken. Ze klommen naar beneden, en vroegen de kapitein, toen die zijn hoofd weer boven het dek stak, om de bijl af te geven, wat hij deed. Ze kapten de touwen, waarmee de sloep vast op het dek zat en brachten de sloep in zee. Ze namen plaats in de sloep en riepen de kapitein toe om bij ze te komen, wat Mulder weigerde.

Het schip begon te zinken. Om zich niet te laten meeslepen, roeiden de bemanningsleden de sloep een eind weg. De kapitein ging naar de kajuit. Kort daarop zonk de Charlotta. De bemanningsleden werden opgepikt door een Russisch schip, dat vlakbij voer en ze naar een veilige haven bracht. Vanuit die haven vertrok de kok via Kiel naar Amsterdam, terwijl de overgebleven matroos en de scheepsjongen aanmonsterden op een schip naar Stettin.

Tot zover het verhaal van kapitein Timotheus Mulder. Tevergeefs zullen we dus zoeken naar diens overlijdensakte. Hoewel dit verhaal in allerlei kranten stond, is er nooit zo’n akte opgemaakt. Wellicht komt dit ook, doordat de kapiteins aan boord verantwoordelijk waren voor het opmaken van zulke aktes. Bovendien lijkt het er sterk op dat Timotheus Meinderts Mulder geen nazaten had. In zo’n geval was er ook niemand, die belang bij zo’n akte had, bijvoorbeeld omdat die nodig was voor een huwelijk.

                                                                                                Harry Perton

—

Met dank aan Dick Kuil, die in zijn boek Zeilende ter hoogte van…. (Ten Boer 2005) dit verhaal op pagina 40 – 41 uit de doeken deed.

Uitstapje naar Amerika

11 maandag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Beroemd

≈ Een reactie plaatsen

Hoe belangrijk een juiste geboorte-akte kan zijn, wordt deze dagen in de Verenigde Staten aangetoond.

← Oudere berichten

Met medewerking van:

  • RTV Noord
  • Groninger Museum
  • GAVA
  • NGV afd. Groningen
  • RHC Groninger Archieven

Categorieën

  • aankondigingen
  • ambtenaren
  • Beroemd
  • Berucht
  • Bijzonder
  • Dood
  • Geboorte
  • Grappig
  • Huwelijk
  • Rare namen
  • Religie
  • soldaten
  • Starten met onderzoek
  • Uitzending gemist
  • Uncategorized
  • Vergissingen

Archief

  • maart 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010

Blog Stats

  • 67.309 hits

Meta

  • Registreren
  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.com

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Loket voor lief en leed
    • Doe mee met 32 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Loket voor lief en leed
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....