Weliswaar zouden de Franse wetten per 1 maart 1811 ook in het ingelijfde Nederland van kracht worden, wat tevens de invoering van de Burgerlijke Stand betekende, maar het tijdstip dat de gemeenten daar werkelijk mee aan de slag gingen, verschilde nogal.
Sommige gemeenten liepen duidelijk voorop. Zo was Veendam in de provincie Groningen met afstand de eerste gemeente die zowel geboorte, huwelijk als dood in akten vastlegde. De vooruitstrevende burgemeester Jan Remees Modderman lijkt een rol in die voorlijkheid te hebben gespeeld.
Bij gebrek aan ambtenaren konden veel gemeenten eerst ook weinig doen. Of de prioriteit ging uit naar het invullen van de eindeloze reeks vragenlijsten, die van boven op ze afkwam. Maar op 1 augustus 1811 kregen alle gemeenten maires (burgemeesters Franse stijl) Daarom begon een groot aantal ook op die dag met de registratie van geboorte, huwelijk en dood in echte akten volgens wettelijke voorschriften.
Tot die gemeenten behoort de stad Groningen. De adjunct van de maire, een professional, ‘waarnemende de functie van ambtenaar van de burgerlijke stand’, maakte de akten hier op. Zoals overal gebeurde dat in tweevoud. Eén exemplaar kwam uiteindelijk terecht in de Groninger Archieven, die alle akten op allegroningers zet.
Voorafgaand aan de invoering in de stad verscheen op 24 juli 1811 een plakkaat op de gewone plekken, zoals het raadhuis, de belastingkantoren en de acht stadspoorten, waarbij de maire openbaar kennis gaf van het voornemen, om vanaf donderdag 2 augustus op elke maandag, donderdag en zaterdag ’s ochtends van 10 tot 13 uur zitting te houden in het stadhuis, waar mensen dan aangifte moesten komen doen van geboorten en overlijdens.
Huwelijken noemt het plakkaat niet, waarschijnlijk omdat in de stad al langer de plicht bestond om daarvoor naar de griffie te komen. Hierbij was er dus sprake van een meer vloeiende overgang tussen kerkelijke en burgerlijke registratie. De eerste huwelijksakte volgens het nieuw ingevoerde model dateert in Groningen dan ook al van zaterdag 28 juli. Het betreft het huwelijk van de wolkammer Hindrik Gisolf (23) en Elsje Dieters (20), een bruid die met een kruisje tekent, omdat zij niet kon schrijven.
Opvallend genoeg dateren de eerste akten niet van donderdag 2, zoals je zou verwachten, maar van 3 augustus, een vrijdag, terwijl de adjunct-maire op die dag helemaal geen zitting zou houden!
De eerste geboorte-akte van de stad was die van Margaretha Elisabeth, geboren op 1 augustus om 6 uur als dochter van Johannes Jansen en zijn vrouw Johanna van Techelen, wonende aan het Akerkhof. Er volgden die ochtend nog twee andere geboorteaangiften.
De eerste overlijdensakte was, ook om 11 uur, die van Stijntje Roelfs. Deze vrouw, overleden op de middag van 2 augustus om twee uur, woonde als ‘conventualin’ in het Heilige Geestgasthuis in de Pelsterstraat. Eén van de twee aangevers was de gasthuis-vader, de namen van de ouders van de vrouw waren hem, noch zijn mede-aangever bekend.