• Een militair als voorvader
  • Familienamen: van Klöne naar Kluin en Klune
  • Over dit weblog
  • Trouwen en scheiden, landelijk beeld vanaf 1950

Loket voor lief en leed

~ 200 jaar Burgerlijke Stand

Loket voor lief en leed

Categorie Archief: Grappig

Schilderij blijkt reproductie

02 zaterdag jul 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig, Huwelijk, Vergissingen

≈ 4 reacties

Er is goed nieuws en er is slecht nieuws. Het goede houdt in dat het vermiste schilderij uit Slochteren weer terecht is. Helaas blijkt het geen schilderij, maar een reproductie, en dat is dan het slechte nieuws.

De redactie van dit weblog kreeg een telefoontje vanuit het gemeentehuis in Slochteren, dat de voorstelling, die daar waarschijnlijk ooit de trouwzaal opsierde, bij het opruimen van een kast aangetroffen was. Degene die belde uitte er al haar twijfels over of het wel een schilderij was. Bij het in ogenschouw nemen bleek één vinger over het vermeende doek inderdaad al voldoende. Het ging om een gedrukte reproductie, weliswaar mooi ingelijst, maar beslist geen origineel, zoals we meenden op basis van een notitie, omstreeks 1972 gemaakt door de fotograaf van het toenmalige Rijksarchief Groningen.

Hoewel de voorgestelde situatie voor de gemeente Slochteren voldoende herkenbaars zal hebben gehad om de repro aan te kopen, betrof deze situatie niet iets in de gemeente Slochteren. Achterop de reproductie zat namelijk een briefje: “Albert Anker, Le Contrat de Mariage, Der Ehekontrakt.” Deze Albert Anker (1831 – 1910) was een Zwitserse schilder van vooral genreschilderijen, wiens dan weer bijna kitscherige, dan weer bijna fotorealistische werk een grote populariteit genoot. En geniet, want je kunt er nu nog steeds namaaksels in olieverf van kopen. 

De titel van de in Slochteren aangetroffen repro is eigenlijk verkeerd, want dit werk van Anker heet officieel Ziviltrauung. Dit past ook meer bij een trouwerij op een gemeentesecretarie, terwijl de titels op de reproductie meer aan een notariskantoor doen denken. Van Ziviltrauung werden meteen na 1887, het jaar dat Anker de voorstelling schilderde, al gravures gemaakt, die af en toe nog in de kunsthandel opduiken en dan goede prijzen doen. Een in olieverf nageschilderde repro met de oorspronkelijke maten 127 bij 77 centimeter doet bijna 650 euro zonder verzendkosten, terwijl er een gedrukte op de markt is voor 5 euro.

Op de achterkant van de reproductie in Slochteren zit ook nog een stickertje van kunsthandel Ongering, Gelkingestraat 50 in Groningen. Daar heeft de gemeente Slochteren de repro dus gekocht. Ongering bestaat nog steeds, maar dan aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat. Volgens de eigenaar, die we belden, verhuisde het bedrijf in 1953 uit de Gelkingestraat. Een blik in de Groninger adresboeken leert vervolgens, dat Ongering daar vanaf 1934 zat. De gemeente Slochteren kocht de ingelijste reproductie, kortom, tussen 1934 en 1953. Deze tijd in aanmerking genomen, gaat het om een repro van goede kwaliteit, want de kleuren zijn intussen nauwelijks aangetast. 

Drie zoons gelijk jarig

08 woensdag jun 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Bijzonder, Grappig

≈ Een reactie plaatsen

Aldus de Winschoter Courant van 13 oktober 1880 (klik op het plaatje om het groter te maken). Aanleiding voor het bericht was de geboorte, op 1 oktober dus, van Bernardus Wilhelmus Schutte. Diens oudere broers, eveneens op die datum jarig, waren waarschijnlijk in Duitsland geboren want daar kwamen zijn vader en zijn moeder vandaan, en wel uit Werlte, enige tientallen kilometers over de grens bij Ter Apel in Oldenburgerland. 

Volgens de diverse akten (zie de links), raakte de Duitse umlaut bij dit manufacturiersgezin razendsnel in onbruik. Schütte werd in Woltersum al gauw Schutte. 

Hoewel het vieren van drie verjaardagen op één dag natuurlijk erg voordelig was, heeft dat een economische neergang niet tegen mogen houden, want de vader eindigde zijn leven als arbeider in de stad Groningen.

Togakwesties

08 vrijdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Grappig, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Het was op 12 november 1987 voorpaginanieuws bij het Nieuwsblad van het Noorden. Onder de honoraire ambtenaren van de burgerlijke stand der gemeente Groningen was een oproer uitgebroken. De gemeente had voor de huwelijksvoltrekkingen toga’s aangeschaft in de nieuwe gemeentelijke huisstijl (die met de gestyleerde G in een circel). Maar de trouwambtenaren, onder aanvoering van het VVD-raadslid Geert Otten, weigerden deze toga’s te dragen! De nieuwe toga’s hadden namelijk geen epauletten met het Groninger stadswapen op de mouw. En zo zouden de trouwambtenaren op de talrijke trouwfoto’s niet als ambtenaar herkenbaar zijn.

Toen hun oproer eenmaal de raadszaal bereikte, besefte het college van B&W dat het de trouwambtenaren een “buitengewoon groot onrecht” had aangedaan. ”We gaan dit tot op de bodem uitzoeken”, aldus een wethouder. Voorlopig mochten de trouwambtenaren hun oude, “tot op de draad versleten” toga’s blijven dragen.

Afgaande op de deplorabele staat der toga’s anno 1987 moet er bijzonder intensief getrouwd zijn in de jaren zeventig. Want de oude toga’s, zo blijkt uit een dossier in het Groninger gemeente-archief, waren slechts zestien jaar eerder aangeschaft.

Maar laten we bij het begin beginnen, want de toga-kwestie wortelde in een nog veel verder verleden. Al in 1951 bleken bij een enquête de meningen van de stad-Groninger trouwambtenaren over hun ambtskledij dermate verdeeld, dat het toenmalige college van B&W ze alleen nog maar durfde te vragen om in het zwart te verschijnen:

“Zij zijn vrij in het gebruik van een zwart costuum, een jacquet (…) of een toga.”

Een jacquet was in de stad Groningen niet bepaald populair, geen van de honoraire ambtenaren burgerlijke stand droeg die hier, terwijl zo’n kledingstuk in Amsterdam, Den Haag, Enschede en Tilburg verplicht was. Juist omdat de Groninger trouwambtenaren zo verdeeld dachten over kostuums en toga’s, ontvingen ze een onkostenvergoeding voor hun ambtskleding. Deze kleding kregen ze dus niet van gemeentewege verstrekt, maar schaften ze zelf aan.

Eind 1970 wilde een nieuweling huwelijken gaan sluiten in een afwijkend gekleurd, namelijk donkerblauw kostuum. Bruidsparen hadden dat maar te accepteren, vond hij. Hij zag liever van de functie af, dan dat de gemeente hem het geld voor een zwart pak voorschoot. Binnen de gemeentelijke afdeling burgerlijke stand bestond er echter bezwaar tegen om hem de gewenste vrijheid te vergunnen. Een van de trouwambtenaren moest qua kleding niet uit de toon gaan vallen ten opzichte van de andere, vond men. Uiteindelijk hield de gemeente toen opnieuw een enquête onder de honoraire ambtenaren met als kernvraag of ze er prijs op stelden dat de gemeente enkele toga’s zou gaan aanschaffen. Dit voorstel leverde een bescheiden meerderheid onder de trouwambtenaren op: twintig waren ervoor en vijftien ertegen. Dertien dachten de aangeschafte toga’s ook te gaan dragen, terwijl dertien andere daar helemaal niet aan wilden. Omdat hieruit bleek dat de toga’s bij de helft van de ongeveer 1500 huwelijksvoltrekkingen per jaar zouden worden gebruikt, besloot de gemeente 5000 gulden uit  te trekken voor vijf toga’s, tien beffen, een klerenkast, een kleerborstel en een passpiegel.

Voor de vier herentoga’s koos zij voor een lichtgrijze stof met een afzetting van zwart fluweel, terwijl het ene exemplaar voor de dames lichtblauw werd met donkerblauwe garnering. Deze toga’s – dus nog mèt het stadswapen – zouden worden gemaakt bij het herenkledingbedrijf L. de Vries Hzn. in de Brugstraat, want die was met zijn gespecialiseerde dove kleermaker al de toga-leverancier van ettelijke gemeenten.

Jaren later zou blijken dat sommige Groninger trouwambtenaren de toga’s weigerden te dragen, o.a. “omdat men er soms vies van is”:

“Weliswaar worden de toga’s regelmatig gereinigd, doch dat neemt niet weg dat het, gezien het beperkte aantal, vrij frequent voorkomt dat een ambtenaar Burgerlijke Stand een toga moet gebruiken die even tevoren door zijn of haar collega is benut. Het materiaal, waarvan de toga’s zijn vervaardigd, wasemt nauwelijks uit, zodat de toga’s reeds na enkele keren gebruik minder hygiënisch zijn. Versnelde reiniging leidt tot snellere slijtage en biedt bovendien onvoldoende uitkomst…”

Daarom schafte de gemeente Groningen toen nogmaals enkele toga’s aan.

Overigens weigerden ambtenaren van de burgerlijk stand ook nog wel eens een toga te dragen omdat die afstand schiep en een autoriteit van ze maakte

Net als in de stad Groningen waren (en zijn) in de meeste gemeente op het Groninger platteland, zoals Hoogkerk (voor 1969), Stadskanaal, Haren en Slochteren toga’s met gemeentewapens in gebruik.

                                                                                   Harry Perton

—

Bron die niet op internet staat: RHC Groninger Archieven, archief secretarie Groningen 1965 – 1987 (toegang 1968), dossier 1.755.22 m.b.t. de ambtskleding van de honoraire ambtenaren burgerlijke stand.

Voornamen: wat mag?

18 vrijdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Grappig, Rare namen

≈ 2 reacties

De tweede bijdrage van de gemeente Groningen haakt in op onze uitzending van afgelopen dinsdag en dan meer in het bijzonder op het merkwaardige gebruik om achternamen tot voornamen te promoveren. Welke voornamen zijn tegenwoordig nog  toegestaan?

Bijzonder aan de uitzending van 15 maart is dat de voorletters op de pijpenkop onder andere stonden voor Hofsnijder en Schmaal. Dit zijn eigenlijk geen voornamen maar achternamen. De wetgever staat dit vandaag de dag niet meer toe. Dit stamt uit de tijd van de invoering van de burgerlijke stand in het begin van de negentiende eeuw. Toen werd het geven van ‘geslachtsnamen van bestaande familiën’ als voornaam verboden. Kennelijk lukte het de familie Reinders toch om Hofsnijder en Schmaal als voornamen te laten registreren.

Voornamen mogen niet overeenkomen met bestaande achternamen, tenzij die achternaam ook voorkomt als gebruikelijke voornaam. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij de naam ‘Jans’.

In de loop van de tijd merken we dat de grenzen wel zijn opgezocht en afgetast. Voor de wetgever is belangrijk dat het kind bij de keuze van een voornaam beschermd wordt. Het mag geen scheldwoord of bespottelijke naam zijn. Verder gelden in principe geen beperkingen voor het aantal voornamen dat ouders aan hun baby geven. Toch kijkt de ambtenaar van de burgerlijke stand wel naar het belang van het kind. En dat is niet gediend met 28 voornamen als hij of zij later naar school gaat.

Bij twijfel raadplegen wij het Nederlands voornamenregister van het Meertens Instituut. En we laten ons adviseren door de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken. Als de ambtenaar van de burgerlijke stand een bepaalde voornaam weigert, kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Dat is geen dagelijkse kost. Maar om een voorbeeld te noemen: de Amsterdamse rechtbank stond na een beroepszaak in 1998 de voornaam ‘Miracle-of-Love’ toch toe.

In Groningen golden Ruben en Sanne in 2010 als populaire voornamen. Wat ook wel eens voorkomt is dat de voorletters verwijzen naar een hobby van de vader of moeder, bijvoorbeeld een automerk. Ze geven hun kindje dan de voorletters F.I.A.T. of B.M.W. Tsja, over smaak valt te twisten. Maar hier is natuurlijk niets op tegen!

                                        Sander van der Zwaag

Informele burgerlijke stand

15 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig

≈ Een reactie plaatsen

Naast de formele Burgerlijke Stand bestond er vroeger in dorpen en stadswijken ook een informele. De sociale controle was groot, mensen hielden elkaar – naar onze maatstaven – nogal in de gaten en belangrijke levensgebeurtenissen waren dan ook vaak al wijd en zijd bekend voordat ze in het burgerlijke standsrubriekje van de lokale en regionale kranten verschenen.

Naar het schijnt was de informele burgerlijke stand vooral een vrouwenzaak. Toch waren er ook mannen die zich ermee bezighielden, op het gevaar af voor een “old wief” uitgemaakt te worden.

Zo’n man was, volgens een Groningstalig verhaal van Wim Faber, de "postloper" Friet van der Laan in Ulrum. Friet overleed daar vlak na de oorlog zonder beroep. Hij zal er dus voor de oorlog als postbode actief geweest zijn.

Friet dan, was niet zo’n dienstklopper die een brief naar de afzender retourneerde omdat er een halve cent te weinig aan frankering op de enveloppe zat. Hij bleef ook graag een kop koffie drinken bij een adressant. Aan zijn dienstverlenende instelling mankeerde dus niets. Daar stond tegenover dat een briefkaartje met “haile fiene letterkes” wel eens een dag later ter bestemde plaatse arriveerde, “omreden hai dij soavends thoes eerst eefkes onder vergrootglaas hemmen mos".

Friet was ook om andere reden heel goed op de hoogte van wat er zoal in het dorp gebeurde, "benoam as het om vrijerij tuzzen jongs en wichter ging”. Op zaterdagavonden, als de jongens de meisjes naar huis gebracht hadden en ze in het dorp terugkwamen, stonden ze bij Friet op de hoek altijd tegen elkaar op te scheppen wat ze zoal “bie de maaid versierd haren”. En Friet stond ze dan op zijn balkon af te luisteren.

Tot de jongens daar achterkwamen. Om het hem af te leren bonden ze op een avond een bok met een eind touw aan zijn deurbel vast. De hele avond en nacht ging de bel bij Friet, en als Friet het touw van de bel probeerde los te maken, stoof de bok met de hoorns vooruit op hem af. Vanaf die nacht had het “graauw goud van Ollerom” geen last meer “van proatjederij van postloper". Zodoende waren de grenzen aan de informele burgerlijke stand weer even vastgesteld.

—

Met dank aan Reind van der Laan, een nazaat van Friet die ons wees op Wim Fabers verhaal ‘Postloper’ in: Berend Boksemrek. Oet 't leven grepen en optaikend (Groningen 1989) 54 – 55.

Naamziekte

10 donderdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Geboorte, Grappig

≈ Een reactie plaatsen

Vroeger, zeg voor de jaren zestig, was het de gewoonte om de eerste kinderen te noemen naar de grootouders. Waar ouders het waagden om te breken met deze traditie, zwaaide er wat. Vaak gaf zoiets aanleiding tot ernstig bekoelde relaties.

Op zijn website noemt Bert Blaauw, mede-auteur van het familieboek Toxopeus, enkele schrijnende voorbeelden hiervan uit zijn familie. Zo zorgde de geboorte van zijn zuster in 1939 voor hommeles. Die zuster werd buiten alle traditie om Marianne genoemd en niet – naar haar oma – Berendina, omdat er al een broertje was met de naam Berend. Het gevolg:

"In het begin keurden moeders ouders 't kind nauwelijks een blik waardig en wilden zelfs niet op kraambezoek komen…"

Blaauw noemt ook zijn overgrootmoeder Eva Toxopeus-Nijhoff als een een voorbeeld van naamziekte. Weliswaar werd zij maar liefst acht maal vernoemd, maar dat gebeurde 'slechts' vijf keer primair (met als eerste voornaam Eva) en drie maal secundair (met als tweede voornaam Eva). Overgrootmoeder liet blijken dat dit wel degelijk verschil maakte:

"Bij een zondagsbezoek aan opa en oma was het gebruikelijk dat de kindertjes iets lekkers of een zakcentje kregen. De eerstbenoemde Eva's kregen soms iets extra's terwijl Oma Eva tegen de andere 3 kleinkindertjes Aaltje Eva, Dettina Eva en Nomkea Eva best durfde te zeggen: "Ga jij maar naar je eigen oma!""

Een voorbarige aangifte

08 dinsdag mrt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig

≈ Een reactie plaatsen

 

Aldus de Winschoter Courant van 17 februari 1895. Zoals het wel vaker gaat bij dergelijke stukjes, voelde het slachtoffer zich danig in zijn wiek geschoten. In zijn woonplaats Drieborg ging deze Hinderk Waterholter, een timmerman, flink over de tong. En dat kon hij niet hebben. In plaats van stil te zitten, wat raadzaam is als je geschoren wordt, klom hij een dag later in de pen en schreef een ingezonden brief, die op de 20ste in de Winschoter stond:

Of het wel de bedoeling van Waterholter was dat ook zijn begeleidende brief met naam en toenaam in de krant kwam? Hoe dan ook, de krant wees zijn uitdaging van de hand. Bij aanneming moesten immers de getuigen, onder wie de gemeente-secretaris van wie het bericht naar alle waarschijnlijkheid afkomstig was, met de billen bloot. De armen van Beersterhamrik bleven daarom verstoken van hun cadeautje.

De Zwaan van de Nieuwstad

08 dinsdag feb 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig

≈ Een reactie plaatsen

Sjlomoh Pinchas werd omstreeks 1750 geboren in Berlijn. Via Maroldsweisach in Beieren, waar hij bij een rijkere jood knecht was geweest, en Amsterdam, waar hij zijn vrouw ontmoette, kwam hij naar Groningen, waar in 1789 zijn oudste zoon werd besneden. In 1811, toen iedereen een familienaam moest aannemen, ging Sjlomoh Pinchas zich De Zwaan noemen, een naam die ook wel als De Swaan in de boeken terechtkwam.

Op Sjlomohs naamsaanneming werden we geattendeerd door R.S. de Vries, via zijn grootmoeder van moederskant een nazaat van Sjlomoh. Volgens De Vries, die er in het laatste nummer van JaGDaF een verhaal over schreef, hing die naam samen met de woonplaats Sjlomoh en zijn gezin. Deze woonden namelijk achter de oude synagoge in de Zwaantjesgang. Dat was een steegje dat van het Zuiderdiep naar de Nieuwstad (no. 28) liep, en dat nu allang is afgesloten, hoewel er achter de huidige synagoge nog een restant van te vinden is.

De Vries gaat in het artikel over zijn voorouders ook nog in op de wijze waarop de Zwaantjesgang aan zijn naam kwam. Hoe hij erbij komt meldt hij niet, misschien gaat het om een familieverhaal. Hij schrijft:

“Ook de paar zwanen die in het Zuiderdiep zwommen vonden hier hun weg naar de walkant, waggelden door de gang naar de Nieuwstad en werden daar regelmatig onthaald op oud brood en voedselresten die bewoners hen toe wierpen. Ze liepen dan terug naar het Zuiderdiep en gingen dan weer in het Zuiderdiep te water. Vandaar de Zwaantjesgang. “

Eerst lijkt De Vries zelfs te twijfelen of de familie De Zwaan/De Swaan naar de Zwaantjesgang heet. Bij zijn aanvankelijke verklaring waarom Sjlomoh zich De Zwaan ging noemen, verwijst hij nog naar de zwanen: “Ze liepen immers dagelijks aan hem voorbij”.

Het is op zich een mooi verhaal, over deze naamsaanneming, maar berust het ook op waarheid? Hoogstwaarschijnlijk niet als het om de zwanen, maar wèl als het om de gang gaat.

Ten eerste was het houden van zwanen een heerlijk recht, in de stad voor 1800 voorbehouden aan Burgemeesteren en Raad. In de resolutieboeken die dit stadsbestuur liet bijhouden, staan verschillende besluiten over zwanen in de Herepoortengracht (het stuk water bij de huidige Herebrug). De poortier van de Herepoort moest goed op deze zwanen passen en ze ook voeren. Van zwanen in het Zuiderdiep is geen sprake. Dat ze er rondzwommen ligt ook minder in de rede omdat het eertijds, anders dan de Herepoortengracht, een vrij druk vaarwater was.

Hoe dan ook was de Zwaantjesgang niet naar passerende zwanen genoemd. In de toegang op stad-Groninger huisnamen van voor 1850 vinden we namelijk enkele meldingen uit de oude rechterlijke archieven van de stad, die aantonen dat er in de zeventiende eeuw in de Nieuwstad een huis stond, dat een uithangbord had, waarop een witte zwaan stond. En naar dit uithangbord heette dit huis Het Zwaantje.

De eerste van die meldingen komt uit 1651, toen Geert Jansen en zijn vrouw Trijntje, “woonachtigh op de nije Stadt daar de witte Swane uijthanght” honderd daalder leenden met als onderpand hun behuizing. De tweede dateert uit 1660, toen Trijntien, de weduwe Geert Jansen, nog eens honderd gulden erbij leende, met als onderpand “haer huis op de nije Stadt staande, daer de Swane uithanght”. En de derde  stamt uit 1689, toen de bezittingen van de weduwe Egbert Konings werden geïnventariseerd. Zij woonde weliswaar zelf  aan de Haddingestraat, maar bezat om de hoek “een huis op de niestadt genaamt ’t Swaentien”.

Kortom: In de zeventiende eeuw, toen er nog nauwelijks joden in Groningen woonden, was de Zwaan of het Zwaantje een huis aan de Nieuwstad. Naar dit huis was de Zwaans- of Zwaantjesgang genoemd. En naar deze steeg heette weer de familie van Sjlomoh Pinchas de Zwaan, anno 1811. Zwanen als levende vogels hadden daar hoogstwaarschijnlijk heel weinig mee te maken.

                                                                           Harry Perton

Bronnen voor de huisnaam De Zwaan aan de Nieuwstad zijn gevonden via:
Groninger Archieven toegang 1700, Verzameling Kuiken inv. nr. 5, en allemaal te raadplegen op microfiche:
– Rechterlijke Archieven III x (verzegelingen) deel 33 fo. 328
– Rechterlijke Archieven III x (verzegelingen) deel 49 fo 175 vso.
– Rechterlijke Archieven III J (beschrijvingen) deel 13 fo. 123

NB: De Zwaan aan de Nieuwstad was niet het enige huis met die naam in Groningen, want aan de Brede Markt westzijde, de Boteringestraat, het Boterdiep en buiten de A-poort aan het Hoendiep had je huizen, vaak herbergen, met dezelfde naam. Deze naam was dus vrij populair en het is niet uit te sluiten dat nog weer andere families zich hiernaar hebben genoemd.

Onbestaanbare datum

13 donderdag jan 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig

≈ Een reactie plaatsen

Ook Ria Huizinga stuurde ons een aardige anekdote over de aangifte van haar geboorte. Toen haar vader haar geboorte aangaf bij de burgerlijke stand en de ambtenaar van dienst hem naar de geboortedatum van haar moeder vroeg, zei hij:

"Mien vraauw is geboren op ainendattig september".

"Dat ken nait", zei de beambte.

"O? Waiten joe 't beter as ik?", zei mijn vader.

"Joa", zei de meneer achter het loket: "September het moar dattig doagen en gain ainendattig.

"Nou, dattig september zolt dèn wel wezen", zei mijn vader.

 

Met medewerking van:

  • RTV Noord
  • Groninger Museum
  • GAVA
  • NGV afd. Groningen
  • RHC Groninger Archieven

Categorieën

  • aankondigingen
  • ambtenaren
  • Beroemd
  • Berucht
  • Bijzonder
  • Dood
  • Geboorte
  • Grappig
  • Huwelijk
  • Rare namen
  • Religie
  • soldaten
  • Starten met onderzoek
  • Uitzending gemist
  • Uncategorized
  • Vergissingen

Archief

  • maart 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010

Blog Stats

  • 67.309 hits

Meta

  • Registreren
  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.com

Blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Loket voor lief en leed
    • Doe mee met 32 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Loket voor lief en leed
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....