• Een militair als voorvader
  • Familienamen: van Klöne naar Kluin en Klune
  • Over dit weblog
  • Trouwen en scheiden, landelijk beeld vanaf 1950

Loket voor lief en leed

~ 200 jaar Burgerlijke Stand

Loket voor lief en leed

Categorie Archief: Huwelijk

Onze man in Yokohama

10 zaterdag dec 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Bijzonder, Huwelijk

≈ 4 reacties

Het was een huwelijk “naar den vorm, welke in Japan gebruikelijk is”, dat van Shime Nakaoka en Menno Simon Wiersum, voltrokken op 18 maart 1919 te Yokohama. Kwam de bruid uit Nagasaki, Wiersum was van origine een Groninger. In de week na hun huwelijk werd de Japanse huwelijksakte gewaarmerkt en vertaald op het Nederlandse consulaat in Yokohama. Sinds eind augustus 1921, toen de gemeente Groningen het huwelijk registreerde, bevinden de originele rijstpapieren akte (zie boven) èn de Nederlandse vertaling zich als bijlagen bij het Groningse huwelijksregister. Kort geleden was het curieuze Japanse stuk nog te zien op een expositie in de Fraeylemaborg. Het is waarschijnlijk een van de weinige huwelijksakten, die uit het vooroorlogse Yokohama bewaard gebleven zijn.

Wiersum stond in 1921 te boek als “kantoorbediende”. Hij was in 1878 geboren in Kantens als oudste zoon van een pelmulder die in 1890 met zijn gezin naar de stad Groningen verhuisde om daar commissionair te worden. Volgens de bevolkingsregisters woonde het gezin hier op het adres Rabenhauptstraat 27. In maart 1900 vertrok de jonge Wiersum, dan nog klerk, vanaf dat adres naar Hamburg. Gezien zijn latere loopbaan, zal hij in de Duitse havenstad op een handelskantoor werkzaam zijn geweest. Hij trad dus min of meer in de voetsporen van zijn vader.

Waar Menno Simon Wiersum in de Eerste Wereldoorlog verbleef is onbekend. Nadien vinden we hem terug in Japan. Afgaande op de overlijdensadvertenties voor zijn vader (eind 1920), zijn zuster (eind 1930), zijn broer (maart 1958) en hemzelf (augustus 1960) bleven zijn Japanse vrouw en hij kinderloos en zijn ze altijd in Yokohama blijven wonen.

Yokohama was indertijd al een belangrijke haven. Werkte Wiersum in 1921 nog in loondienst, in 1923 noemt de NRC hem “leidend directeur van de naamloze vennootschap MS Wiersum & Co. Ltd.”:

“Dit is eene Nederlandsche firma van zekere betekenis in Jokohama. Naast import- en exportzaken heeft zij het agentschap van de Java-China-Japanlijn en als zodanig ook van de Stoomvaartmaatschappij Nederland, den Rotterdamschen Lloyd en de Holland-Oost-Azië-Lijn.”

Op de Java-China-Japanlijn voer om de twaalf dagen een paketboot tusssen Java en de Japanse havenstad. Wiersum hield zich dus bezig met de bevrachting hiervan. Naast de genoemde lijndiensten en scheepvaartmaatschappijen was hij in 1924 nog agent voor een onderneming die in Sabang op Noord-Sumatra kades en droogdokken exploiteerde en schepen voorzag van kolen en vers water.

Wiersum lijkt snel in goede doen te zijn geraakt, maar maakte zich ook verdienstelijk, want in 1923 werd hij benoemd tot ridder in Oranje Nassau. Dat gebeurde vlak voor de verschrikkelijke aardbeving die Yokohama trof.

Op zaterdag 1 september van dat jaar “golfde de aarde  als een zee”. Talloze huizen, maar ook de haven, de dokken en schepen werden vernietigd. Overal ontstonden branden die ook nog eens aangewakkerd werden door een tyfoon, zodat Yokohama veranderde in één grote brandende puinhoop. Naderhand brak er bovendien een cholera-epidemie uit, zodat de ramp qua opeenstapeling leek op die van maart 2011, die ons vers in het geheugen ligt. Maar die van 1923 kostte veel meer levens – de schatting van het aantal doden loopt uiteen van 100.000 tot 140.000, onder wie ettelijke Nederlanders.

Wiersum zat aan zijn schrijftafel toen de eerste aardschok zich aandiende. Door razendsnel onder die tafel te duiken, ontsnapte hij aan de dood  Hij komt in enkele krantenverslagen voor, zoals het ooggetuigenverslag van Johannes Bode. Volgens Bode bevonden zowel Wiersum als diens jongere broer zich de dag na de aardbeving veilig aan boord van de Tjisalak, een middelgroot schip van de Java-China-Japan-Lijn. De jongere broer had zijn gezin bij zich, maar de vrouw van Menno Simon was nog aan de wal, naar hij hoorde in Bluff Garden, een parkje vlakbij hun woonadres. Daar heeft hij haar opgehaald. Volgens Bode, die meeging, was

“…het huis van den ouden Wiersurn voor het grootste gedeelte naar beneden getuimeld. Toen we daar waren, was het precies 12 uur, dus 24 uur na de aardbeving en juist op dat moment kregen we weer een flinke aardbeving. Nog overeind staande stukken muur hier en daar gingen tegen don grond, alles wiebelde. Overigens beefde het die eerste dagen bijna aan één stuk door, doch ’t waren meerendeels kleine schokken. Voorbij het huis van den oudsten Wiersum was de weg voor een groot deel verzakt en Wiersum en Kuiper wildon niet verder. Ik ben toen nog even ovor het onbebouwde stuk land naast Wiersum’s huis geloopen naar het weggetje (…), doch naar beneden gaan dorst ik ook niet meer, dat was te gevaarlijk. Het was er alles één groote verbrande massa, verder kon ik er niets ontdekken…”

Toen Bode terugkeerde bij het uitgangspunt van de tocht, waren onder andere “de oude Wiersum en mevrouw reeds met de sloep naar boord teruggekeerd, omdat de olie, die op het water in de haven dreef, was gaan branden”. Uiteindelijk lukte het Bode toch weer aan boord te komen van de Tjisalak, net als alle nog levende Nederlanders uit Yokohama, maar ook “hopen Duitsers, Italianen en Engelsen”, 250 Chinezen en 600 Japanners. Het moet aan boord tamelijk druk zijn geweest…

De aardbeving beroofde de Nederlandse consul in Yokohama eveneens van het leven. In december 1923 werd Wiersum, wiens handelskantor intussen alweer open was, in diens plaats aangesteld als vice-consul. Getuige de Staatsalmanakken uit de jaren 1923-1929 werkte Wiersum zelfstandig op deze eenmanspost, zij het onder supervisie van de consul in Kobe. Omdat het een functie “zonder bezwaar van ’s Lands schatkist” betrof, kreeg hij geen tractement. Toch ging het ook weer niet bepaald om vrijwilligerswerk, want de Nederlandse staat betaalde sinds 1921 vrij royale onkostenvergoedingen voor de post in Yokohama: ruim 3000 gulden aan een vice-consul en bijna 5000 aan een consul.

Natuurlijk moest Wiersum daar wel wat voor doen. Om te beginnen was het consulaat geheel vernietigd bij de brand die op de aardbeving volgde. Omdat de Japanse brandverzekering bij aardbevingen niets uitbetaalde, moest Wiersum vervangende nieuwbouw zien te regelen op kosten van de staat der Nederlanden.

In zijn functie van vice-consul trad Wiersum tevens op als ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor de Nederlanders in Yokohama. Nu was het hele consulaatsarchief verloren gegaan bij genoemde brand.en daarmee ook de dubbelen van de geboorte-, huwelijks-, echtscheidings- en overlijdensregisters. Ongetwijfeld heeft Wiersum bemoeienis gehad met de post die in 1929 op op de staatsbegroting kwam voor het maken van nieuwe dubbelen.

Een jaar eerder kwam keizer Hirohito op de troon, waarvoor op 8 november een vlootschouw in Yokohama werd gehouden. Wiersum zal  zich bij die gelegenheid hebben bevonden op de kruiser Ms. Java die voor enig vlagvertoon vanuit Nederlands-Indië was opgestoomd.

Volgens de Staatsalmanak van 1929 was Wiersum inmiddels tot consul gepromoveerd. Bovendien werd hij eind 1934 Officier in de orde van Oranje Nassau 

In de Staatsalmanak van 1940 heet hij nog steeds consul. Nadien hield het ministerie van buitenlandse zaken op te bestaan, en zullen ook allerlei missies gesloten zijn, omdat de Duitsers dit soort zaken voor de Nederlanders gingen regelen. Waar Wiersum tussen eind 1941, toen Japan Nederland de oorlog verklaarde, en augustus 1945 – bij de Japanse capitulatie – verbleef, is vooralsnog een raadsel. Zijn naam kan je in elk geval niet vinden op een lijst van mensen die in Japan gevangen zaten. Wellicht was hij apart geïnterneerd, misschien zat hij ook wel (onder huisarrest) bij schoonfamilie in Nagasaki. Daar zal hij dan net als de circa 500 Nederlanders in twee naburige gevangenkampen getuige zijn geweest van de atoombom die een eind aan de oorlog zou maken,

Na de oorlog stond er ook in Yokohama bitter weinig overeind, even weinig als na de aardbeving van 1923. Er viel vooreerst weinig te handelen, in het bijzonder voor Wiersum. Pas in 1947 zou de Japanse staat het banktegoed aan de NV Wiersum & Co. teruggeven, waarop hij in de oorlog beslag had gelegd.

De consulaten van Nederland in Japan bleven nog jaren gesloten. Wel noemt de Staatsalmanak van 1948 een Nederlandse Militaire Missie bij het Supreme Command Allied Powers te Tokio. Bij die missie werkte een “Mr. S. Wiersum” als kanselier. Waarschijnlijk is er een vergissing in het spel en ging het om onze onze man uit Yokohama. Bovenaan de ambtelijke agenda stond in deze jaren de berechting van Japanse oorlogsmisdadigers.

Uit Amerikaanse bronnen blijkt dat Wiersum diensten aan de Amerikaanse troepen in Japan verleende. Verder zal hij bemoeienis hebben gehad met de financiele afwikkeling voor de voormalige Nederlandse en Indische krijgsgevangenen in Japanse kampen.

Van 1950 tot 1952 staat hij weer in de Staatsalmanak als consul te Yokahama, waar hij in 1953, toen enkele andere Nederlandse consulaten in Japan weer werden gesloten, opgevolgd bleek door een waarnemer. Hij was toen ook al 75 jaar en mogelijk weduwnaar.

In 1960 overleed Menno Simon Wiersum zelf in Yokohama, betreurd door zijn familie in het verre Groningen. Hij maakte veel ellende mee, en twee fotoportretjes uit de collectie van het Maritiem Museum te Rotterdam getuigen daarvan. Deze zijn zo te zien van na de oorlog en tonen hem dus op latere leeftijd, getekend door het leven, met een merkwaardig scheefgetrokken gezicht.

                                                                                       Harry Perton

Kerkregisters opgeëist voor dienstplicht

01 donderdag dec 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Dood, Geboorte, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Een bekend feit is dat de kerkelijke gemeenten in 1811 hun oude doop-, trouw- en begraafboeken moesten inleveren bij de burgerlijke gemeenten, zodat deze registers zich nu niet in kerkelijke archieven bevinden, maar in een apart archief, dat van de retro-acta Burgerlijke Stand.

Minder bekend is, dat al die registers ingeleverd moesten worden om de conscriptie  mogelijk te maken. Die conscriptie was een militaire dienstplicht voor jongens die ingeloot waren, maar zich bij gebrek aan geld niet konden laten vervangen. Voor 1811 was er wel eens sprake geweest van een algehele burgerwapening, maar dergelijke voorstellen stuitten altijd op veel verzet. De dienstplicht van 1811 vormde dan ook een doorbraak.

De eerste loting, van het najaar 1811, zou de jongens betreffen die in het jaar 1789 waren geboren. Op 28 augustus 1811 gaf de prefect, de opperbaas in de provincie, de maires (burgemeesters) van de kersverse gemeenten een instructie hoe ze deze loting aan moesten pakken. Om te zorgen dat alle jongemannen van de lichting 1789 met de loting meededen, moesten ze hun toevlucht nemen tot “de geboorte- of doopregisters, tot de staten van populatie en tot elk andere acte, welke gij goed mocht oordelen te moeten raadplegen*.

De doopregisters waren het eigendom van kerkelijke gemeenten, terwijl er sinds 1796 een scheiding van kerk en staat bestond. Nog even afgezien van de weerzin tegen de conscriptie, waren veel kerkelijke gemeenten sowieso niet meteen genegen om de burgerlijke gemeenten hierin terwille te zijn. Dat bleek allereerst in Appingedam, waar de maire niet alleen het doopregisters opeiste, maar ook het begraafboek (lang niet alle jongens, in 1789 geboren, leefden immers nog). De hervormde kerkeraad weigerde deze bescheiden af te geven, met als argument dat in de prothocollen ook handelingen van de kerkeraad voorkwamen, die de burgerlijke overheid niet aangingen. De maire klaagde hierover bij de prefect, die op 31 augustus besloot om de afgifte van de geboorte- en doopregisters verplicht te stellen. Wel mochten de kerkeraden er hun handelingen uithalen, zolang dat maar niet ten koste ging van de opgeëiste lijsten.

Door een artikel van J.P. Koers in het deze week verschenen nummer van Duvekoater, het blad van de Historische Vereniging Scheemda e.o., weten we hoe het vervolgens in de gemeente Scheemda ging. Daar gelastte maire Harm Hesse de predikanten hun doopboeken in te leveren. Die van het hoofddorp Scheemda gaf het zonder mankeren, die van Westerlee sneed enige bladen over 1789 uit zijn prothocol, wat volgens hem voldoende moest zijn, maar die van Eexta of Nieuw-Scheemda weigerde botweg en wilde slechts een afschrift geven, wat overigens conform de gedragslijn was die de classis Winschoten voorstelde. Uiteraard kon er met ongewaarmerkte afschriften allerlei fraude gepleegd worden, en de maire accepteerde die copieën dan ook niet. Bij de prefect drong hij aan op nadere regelgeving.

De prefect gaf deze op 23 september 1811. Hij bepaalde nu dat “alle registers van doop, huwelijk, versterf, (..) in originali” moesten worden ingeleverd. Voor het eerst was er dus ook sprake van de trouwboeken, waarbij de achterliggende gedachte zal zijn geweest, dat veel jongens naderhand door huwelijk in andere plaatsen kwamen te wonen. Van Scheemda weten we, dat deze nieuwste richtlijn het pleit beslechtte, want maire Hesse noteerde er eind oktober tevreden dat alle doop-, trouw- en begraafboeken er keurig waren afgegeven. Weerspannigheid was er nog wel in Ezinge, waar de predikant ondanks de richtlijn toch nog een afschrift inleverde. Maar in het algemeen bleek de overdracht nu afdoende geregeld, ook al gaven sommige kerkelijke gemeenten zo weinig mogelijk af, terwijl andere scheutiger waren dan nodig.

Binnen een paar maanden was het pleit dus beslecht. Misschien wel een beetje verwonderlijk in onze ogen, want in onze tijd zou deze kwestie tot enorm veel burgerlijke ongehoorzaamheid hebben geleid. Destijds stond men echter betrekkelijk argeloos en weerloos tegenover het staatsapparaat met zijn nieuwe bureaucratie, en bovendien waren veel predikanten voor hun tractementen afhankelijk van de staat, wat de neiging om toe te geven niet kleiner zal hebben gemaakt.

Bronnen:
– Inleiding op RHC Groninger Archieven, toegang 124 (inventaris Burgerlijke Stand retro-acta 1596-1877)
– J.P. Koers – De familieregering Stheeman aan de wieg van de gemeente Scheemda, Duvekoater 48 (november 2011), 19-20

Huwelijksdrama bij de sluis

30 woensdag nov 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ 2 reacties

Ontleend aan de Schager Courant van 8 oktober 1891, die het bericht letterlijk overnam uit de Provinciale Groninger Courant van 5 oktober 1891. Met de sluis wordt bedoeld het nog steeds bestaande sluisje tussen de Zuiderhaven en het Eendrachtskanaal. In de buurt tussen dat sluisje en de Steenhouwerskade was op dat moment volgens de Groninger Adresboeken namelijk de enige broodfabriek van de stad Groningen gevestigd. De kades zijn daar, in de buurt van de Eendrachtsbrug, inderdaad vrij hoog. Dat de lokatie van deze sluis als “buiten de voormalige Apoord” wordt opgegeven, komt doordat deze omgeving voor de ontmanteling van de vesting Groningen (1874 e.v.j.) het snelst bereikbaar was via die poort.

Een appelketel als huwelijksgeschenk

25 dinsdag okt 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ 2 reacties

In het Boerderijmuseum Duurswold staat deze ‘appelketel’. Op het hengsel zien we met puntjes de initialen G.v.d.L. en A.H.B. gegraveerd staan, met daaromheen de cijfers 18 en 78.

Volgens het museum betreft het een huwelijksgeschenk uit 1878 aan Geert van der Laan en Aafke Hilje Bakker. Wie op Alle Groningers zoekt naar hun huwelijk, zal echter zien dat de uit Siddeburen afkomstige schipper Geert van der Laan en de uit Appingedam afkomstige dienstmeid Aafke Bakker al in 1875 te Slochteren trouwden. Hun appelketel kan natuurlijk nog best een huwelijkscadeau zijn geweest, alleen is de gravering dan wat later aangebracht.

Dat de ketel oud is, staat buiten kijf. Want de bodem is met zwaluwstaartverbindinkjes gesoldeerd aan de buik. Gek genoeg is de naam appelketel weer niet oud, want die vinden we noch in de Van Dale, noch in het WNT, noch in Ter Laan. Mogelijk heeft de naam iets te maken met de appelachtige vorm van de ketel, tenzij de naam uitgesproken wordt als appèl, wat ook nog mogelijk is. Je kon er water mee koken, maar ook chocolademelk, vandaar dat dit soort keteltjes ook wel te boek staat als chocoladeketels.

De manier waarop deze ketel in het museum belandde, is trouwens een verhaal apart. Willem Geert Nijland (1912 – 1992), een kleinzoon van het echtpaar Van der Laan – Bakker, vluchtte in de oorlog op een kustvaarder naar Zweden. Daar trouwde hij een Zweedse vrouw Een deel van zijn erfenis liet hij in Slochteren staan, op de zolder van de boerderij waar nu het museum is. De bewoners mochten met de spullen van hun huisvriend doen, wat ze maar wilden. En zo kwam het huwelijksgeschenk uit 1875 in de collectie van het museum terecht.

Met dank aan Arend ter Veer.

Het loon der getuigen

28 donderdag jul 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

 Bron: Schager Courant 12 november 1891. Voor berichtjes uit Groningen noemt deze krant meestal het Groninger blad waaraan ze het ontleende, alleen liet ze dat in dit geval na. In elk geval was het niet de Provinciale Groninger. Mogelijk had een correspondent in Groningen haar dit aardige verhaaltje toegestuurd. Met het ‘non plus ultra‘ in de laatste regel werd waarschijnlijk bedoeld dat er geen grotere sigaren verkrijgbaar waren.

Schilderij blijkt reproductie

02 zaterdag jul 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Grappig, Huwelijk, Vergissingen

≈ 4 reacties

Er is goed nieuws en er is slecht nieuws. Het goede houdt in dat het vermiste schilderij uit Slochteren weer terecht is. Helaas blijkt het geen schilderij, maar een reproductie, en dat is dan het slechte nieuws.

De redactie van dit weblog kreeg een telefoontje vanuit het gemeentehuis in Slochteren, dat de voorstelling, die daar waarschijnlijk ooit de trouwzaal opsierde, bij het opruimen van een kast aangetroffen was. Degene die belde uitte er al haar twijfels over of het wel een schilderij was. Bij het in ogenschouw nemen bleek één vinger over het vermeende doek inderdaad al voldoende. Het ging om een gedrukte reproductie, weliswaar mooi ingelijst, maar beslist geen origineel, zoals we meenden op basis van een notitie, omstreeks 1972 gemaakt door de fotograaf van het toenmalige Rijksarchief Groningen.

Hoewel de voorgestelde situatie voor de gemeente Slochteren voldoende herkenbaars zal hebben gehad om de repro aan te kopen, betrof deze situatie niet iets in de gemeente Slochteren. Achterop de reproductie zat namelijk een briefje: “Albert Anker, Le Contrat de Mariage, Der Ehekontrakt.” Deze Albert Anker (1831 – 1910) was een Zwitserse schilder van vooral genreschilderijen, wiens dan weer bijna kitscherige, dan weer bijna fotorealistische werk een grote populariteit genoot. En geniet, want je kunt er nu nog steeds namaaksels in olieverf van kopen. 

De titel van de in Slochteren aangetroffen repro is eigenlijk verkeerd, want dit werk van Anker heet officieel Ziviltrauung. Dit past ook meer bij een trouwerij op een gemeentesecretarie, terwijl de titels op de reproductie meer aan een notariskantoor doen denken. Van Ziviltrauung werden meteen na 1887, het jaar dat Anker de voorstelling schilderde, al gravures gemaakt, die af en toe nog in de kunsthandel opduiken en dan goede prijzen doen. Een in olieverf nageschilderde repro met de oorspronkelijke maten 127 bij 77 centimeter doet bijna 650 euro zonder verzendkosten, terwijl er een gedrukte op de markt is voor 5 euro.

Op de achterkant van de reproductie in Slochteren zit ook nog een stickertje van kunsthandel Ongering, Gelkingestraat 50 in Groningen. Daar heeft de gemeente Slochteren de repro dus gekocht. Ongering bestaat nog steeds, maar dan aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat. Volgens de eigenaar, die we belden, verhuisde het bedrijf in 1953 uit de Gelkingestraat. Een blik in de Groninger adresboeken leert vervolgens, dat Ongering daar vanaf 1934 zat. De gemeente Slochteren kocht de ingelijste reproductie, kortom, tussen 1934 en 1953. Deze tijd in aanmerking genomen, gaat het om een repro van goede kwaliteit, want de kleuren zijn intussen nauwelijks aangetast. 

“Bloed noch aanverwant”

23 donderdag jun 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ 1 reactie

Op 11 november 1886 trouwt de kleermaker Heinrich Theodorus Meinders te Groningen met de koopmansdochter Aaltje de Vries. Getuige bij het huwelijk is ene Kasper Heinrich Snelle, oud 68 jaar en eveneens kleermaker, waarvan in de akte gezegd wordt dat hij "bloed noch aanverwant" van bruidegom en bruid is.

Toch weten nazaten van het bruidspaar te vertellen, dat deze getuige de vader van de bruidegom was. De bruidegom zou in 1861 als jongen door de latere huwelijksgetuige vanuit Duitsland zijn meegenomen naar Groningen. Het familie-verhaal wil, dat beide te voet naar Groningen kwamen, waar ze later gezamenlijk een winkel hadden.

Een van de nazaten, Anne Hesseling-Meinders zou graag wat meer te weten willen komen over dit verhaal.

Feit is, dat de bruidegom, Heinrich Theodorus Meinders, in 1849 geboren werd te Ditzum, als zoon van Rika Meinders. Hij droeg dus de naam van zijn – ongehuwde – moeder, zijn vader was onbekend. Naderhand overleed zijn moeder te Ditzumer Hamrich. 

Van de huwelijksgetuige en vermoedelijke vader Kasper Snelle weten we, dat hij van de Landschapspolder vlakbij Ditzum kwam, en in 1840 te Groningen getrouwd was met een Rudolfina Dijkema, van wie hij in 1866 te Assen scheidde. Als hij inderdaad de vader van de bruidegom was, dan is het geen wonder dat hij niet met diens moeder trouwde, want hij was immers al gehuwd.

Opmerkelijk is nog, dat er later een Foktje Meinders op hetzelfde adres in Groningen woont als Snelle, met wie ze niet getrouwd was. Foktje zou wel eens een zuster kunnen zijn geweest van Rika, de moeder van de bruidegom. Ze blijkt immers geboren te te Ditzumer Verlaat en overlijdt in 1885.

Er zijn dus wel wat aanwijzingen dat de huwelijksgetuige de vader van de bruidegom was, maar meer ook niet.  Het definitieve bewijs ontbreekt vooralsnog. Mocht u nu meer weten over de relatie tussen Snelle en Meinders, dan stellen we een reactie bijzonder op prijs!

Met dank aan Tobias Wagenaar.

Een onstandvastige liefde te Stadskanaal

01 woensdag jun 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Bijzonder, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

 

Bron: Winschoter Courant 11 april 1894.

 

Smokingrel in Nieuweschans

20 woensdag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in ambtenaren, Huwelijk

≈ Een reactie plaatsen

Dat de ambtskledij van ambtenaren burgerlijke stand aanleiding kan geven tot emotionele toestanden, blijkt uit een gevalletje te Nieuweschans, anno 1976. Hoewel dat gevalletje, dat zich voordeed in de komkommertijd, ook wel wat opgeklopt werd door de pers.

In augustus van dat jaar deed burgemeester Koek van Nieuweschans het voorstel aan de  gemeenteraad, om een nieuw kostuum aan te schaffen voor de nieuwe ambtenaar van de burgerlijke stand. Het vorige kostuum, een smoking, was namelijk meegenomen door de vorige trouwambtenaar, die sinds een jaar in Geertruidenberg werkte. Deze Krebbers, aldus de burgemeester, had zich de smoking “toegeëigend”.

Deze enigszins ongelukkige woordkeus leidde tot verbolgenheid bij Krebbers, die vanuit het verre Geertruidenberg liet weten dat de smoking aan hem persoonlijk was geschonken, en niet aan de gemeente. Dat was gebeurd bij een gemeentelijk werkbezoek aan een Duits confectiebedrijf dat onder meer smokings fabriceerde. Bij diezelfde gelegenheid had de burgemeester afgezien van een soortgelijk cadeau. Krebbers peinsde er niet over om het kostuum af te staan, want raadsleden hadden hem laten weten dat hij het houden mocht. Vanwege de suggestie dat hij de smoking had gestolen, overwoog hij zelfs gerechtelijke stappen.

In Nieuweschans waren de rapen gaar. Raadsleden, met de fractie van de PvdA voorop, wilden dat de oud-ambtenaar gezuiverd werd van alle blaam. IJlings voegden B&W nog de woorden “niet wederrechtelijk” toe aan het raadsvoorstel, dit voorafgaand aan het woordje “toegeëigend”. Bovendien bood het college Krebbers zijn excuses aan voor de diefstal-suggestie. Het gemeentebestuur bevestigde uitdrukkelijk, dat het pak niet aan de gemeente, maar aan Krebbers was geschonken. En daarmee was de smokingrel de wereld uit. 

                                                                                      Harry Perton

Schilderij gezocht !!!

18 maandag apr 2011

Posted by loketvoorliefenleed in Huwelijk

≈ 1 reactie

In de verzameling foto’s van RHC Groninger Archieven bevindt zich een zwartwitreproductie van een schilderij dat in 1887 gemaakt is door ene Acker (?) en dat als titel heeft: “Slochteren: ‘het huwelijk'”. Het doek geeft de ondertekening van een huwelijksakte bij een ambtenaar van de burgerlijke stand weer. Mogelijk is dat dus de toenmalige burgemeester van Slochteren, omdat gemeenten indertijd nog niet veel meer ambtenaren op hun loonlijst hadden staan. Terwijl het bruidspaar tekent, kijkt de familie toe. Aan de wand van het kantoortje overheidspublicaties en folianten met akten burgerlijke stand. Het huwelijksgezelschap en de omgeving voor zo’n gebeurtenis zijn heel wat kleiner, dan tegenwoordig gebruikelijk is! Een huwelijk ging er indertijd ook nog niet zo feestelijk aan toe – als er een feest was, vond dat ook thuis plaats, en niet in een gehuurde zaal.

Omdat we graag een kleurenreproductie van dit veelzeggende schilderij willen hebben, zijn we ernaar op zoek gegaan. Bekend is dat de fotograaf van het Rijksarchief, wijlen M.A. Douma, de reproductie in april 1972 te Slochteren heeft gemaakt, want de foto maakt deel uit van een serie over het gemeentehuis, maar ook andere zaken in Slochteren. Helaas bevindt het schilderij zich niet in de collectie van de Fraeylemaborg en evenmin in het gemeentehuis van Slochteren. Vandaar dat we hier nu een oproep plaatsen:

Wie weet waar dit schilderij zich bevindt?

 

 

← Oudere berichten

Met medewerking van:

  • RTV Noord
  • Groninger Museum
  • GAVA
  • NGV afd. Groningen
  • RHC Groninger Archieven

Categorieën

  • aankondigingen
  • ambtenaren
  • Beroemd
  • Berucht
  • Bijzonder
  • Dood
  • Geboorte
  • Grappig
  • Huwelijk
  • Rare namen
  • Religie
  • soldaten
  • Starten met onderzoek
  • Uitzending gemist
  • Uncategorized
  • Vergissingen

Archief

  • maart 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010

Blog Stats

  • 67.309 hits

Meta

  • Registreren
  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.com

Blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Loket voor lief en leed
    • Doe mee met 32 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Loket voor lief en leed
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....