Op 8 januari 1856 kreeg de ongehuwde arbeidersdochter Jantje Gernaat (27) in Meeden een zoon. Drie dagen later deed haar vader aangifte van de geboorte. Het jongetje werd Egbert Abel Aeilkema Gernaat genoemd.
Bijna twee jaar later kreeg Jantje Gernaat nog eens een dochter, waarvan haar vader eveneens aangifte deed zonder de naam van een verwekker te noemen. Ook deze dochter werd dus geboekt met de achternaam Gernaat. Toen Jantje op haar 34-ste alsnog trouwde met een binnenschipper, erkende deze de beide voorkinderen niet. Hij was dus niet de vader, maar wie dan wel?
Jan Rodenburg, via zijn moeder de achterkleinzoon van Egbert Abel Aeilkema Gernaat, stuitte op dit raadsel bij zijn onderzoek naar de familie Gernaat. De voornamen Egbert Abel Aeilkema waren helemaal nieuw in die familie, ze kwamen voordien beslist niet voor. Rodenburg vroeg zich af of Jantje Gernaat haar oudste zoon naar zijn verwekker noemde, zodat iedereen in het dorp Meeden zou weten wie die vader was.
Doorzoekend op de familienaam Aeilkema in ongeveer dezelfde tijd en streek vond hij inderdaad een Egbert Aeilkema. Dit was de oudste zoon van een boer uit Zuidbroek en die boer heette Abel Aeilkema!
Niet dat Rodenburg nu de familie Aeilkema te schande wil zetten en met een ongehuwd vaderschap wil opzadelen, verre van dat, maar deze Egbert Abel Aeilkema zou toch best wel eens de vader van Egbert Abel Aeilkema Gernaat kunnen zijn. Door het standsverschil tussen de boerenzoon en de arbeidersdochter was een huwelijk dan uitgesloten.
Maar hoe bewijst men zo’n vaderschap? Af en toe was er wel eens een proces, waarbij een vrouw een huwelijk met de (vermeende) vader van haar kind probeerde af te dwingen, of anders een poging deed om alimentatie voor dat kind te krijgen, maar bij de
civiele procedures voor de Arrondissementsrechtbank in Winschoten (RHC Groninger Archieven toegang 882 – inv. nr. 869) schitteren de namen Gernaat en Aeilkema door afwezigheid. Wat ook weer niet alles zegt. Een vader kon immers ook vrijwillig en zonder dat er een proces aan te pas kwam alimentatie voor zijn onechte kind geven.
Het blijft dus een raadsel hoe Egbert Abel Aeilkema Gernaat aan zijn naam kwam. Tenzij er uit onverwachte hoek nog iets opduikt dat het vaderschap van de boerenzoon bevestigt.
Met dank aan Jan Rodenburg, Bergen.